Strafrecht vind ik een beetje schimmig, spannend, smoezig. Je moet er maar tegen kunnen. Ik duidelijk niet. Thrillers vind je dan ook nooit op mijn iPad of in mijn vakantietas. Maar toen ik het nieuwe boek van Yehudi Moszkowicz opgestuurd kreeg, werd ik toch nieuwsgierig. ‘Moord, doodslag en andere zaken’ heb ik in één adem uitgelezen.
Fleur Brockhus, schrijver van De urenfabriek en De inspiratiepraktijk
Waarom bleef ik zo geboeid lezen? Het gaat over een specialisme waarin ik zelf nauwelijks ervaring heb, het strafrecht. Als de grote kantoren daar al iets in liefhebberen, dan hooguit in de marge. Veel eer valt er immers niet aan te behalen. Integendeel: het afbreukrisico is levensgroot. Bovendien vallen de inkomsten ook nogal tegen in vergelijking tot bijvoorbeeld M&A of fiscaliteit.
Als je over strafrecht leest, is dat meestal in dag- en weekbladen. Of Peter de Vries en zijn collega’s maken er een sappig tv-verhaaltje van. Ook in talkshows willen advocaten nog wel eens dapper opkomen voor hun cliënten. Maar waar lees je over de hoopjes ellende die je als advocaat ontmoet in gevangenissen en huizen van bewaring? Over de frustratie van advocaat en cliënt na een onbegrijpelijke uitspraak van de rechter? Over de motivatie om te blijven speuren naar een vormfout?
Juist dat is de invalshoek die Moszkowicz kiest in zijn boek. Zijn persoonlijke ervaringen in de zaak maken dit werk uiterst leesbaar. Daarom vergeef ik hem graag de clichés. Zo struikel ik regelmatig in zinnen met uitdrukkingen als: het journaille, boeven die in de boeien worden geslagen, collega’s die de bef omknopen en het was daar een zoete inval. Maar Yehudi is een strafpleiter die schrijft, niet andersom.
De auteur past bovendien enkele kunstgrepen toe die zijn boek interessant en spannend houden. Onvoorspelbaarheid is er een van. Niet alle zaken lopen goed af. En niet altijd is de advocaat de held van het verhaal (maar meestal wel).
Wat het boek verder zo leesbaar maakt, is de menselijkheid van de verdachten en hun pleiter. Diens ‘lieve vrouw’ maakt ’s avonds nog even een prakje warm als het weer eens laat is gevonden. Hij besteedt met liefde urenlang aan het doospitten van dossiers of afluistertapes. En hij heeft oprecht te doen met mensen die – vaker wel dan niet door hun eigen fouten – in onmogelijke situaties terecht zijn gekomen.
Daar, in die menselijke maat, wordt het interessant. En daarom vind ik dit boek een echte aanrader. Sterker nog: dit is bijna verplichte vakantiekost voor juristen – en lekker leesvoer voor hun partners.