Onder het mom van ‘inspiratie opdoen voor deze column’, kijk ik obsessief naar advocatenserie Suits. Niet overdag hoor, dan zou ik me loserig voelen. Maar zodra de kinderen in bed liggen, gaat ‘ie aan. En daar doe ik dus geweldige ontdekkingen. Bijvoorbeeld dat paralegals hartstikke hot zijn.
Fleur Brockhus, schrijver van roman De urenfabriek
Het schijnt dat advocaten niet naar advocatenseries kijken (geen tijd?), dus ik zal het even toelichten. Een van de hoofdrolspelers in Suits is Rachel. Zij is knap, gevat, slim en paralegal. Haar droom is om advocaat te worden en te studeren aan Harvard, maar ze heeft faalangst en examenvrees. Wat ze zelf niet ziet, is dat ze de beste baan van kantoor te pakken heeft.
Kijk, als paralegal, of bij sommige kantoren ‘Professional Support Lawyer’, werk je mee aan interessante dossiers, maar heb je geen eindverantwoordelijkheid. Je doet juridisch inhoudelijk werk. Kunt parttime werken. Je wordt door iedereen gewaardeerd, zonder dat je mee hoeft te doen aan die rat race. Kortom, je kunt een leven hebben naast je juristenwerk.
Er kleven denk ik drie nadelen aan de job: je kunt niet pleiten, je doorgroeimogelijkheden zijn beperkt en je geniet minder aanzien dan de advocaten.
Introverte personen met podiumangst kunnen over dat pleitprobleem wel heenkomen. En even eerlijk: hoeveel advocaten staan nou wekelijks in de rechtszaal gepassioneerd te pleiten? Misschien mag je als paralegal af en toe de jurisprudentielunch voorzitten, daar kun je ook je presentatie-ei kwijt. Veel belangrijker: paralegals moeten een passie hebben voor ordenen. Van het bijhouden en structureren van de know-how gaat niet iedereen uit z’n dak.
Doorgroeien is een puntje. Maar misschien is paralegal een prachtig eindstation, net als senior medewerker. Lang niet iedere advocaat wordt partner. Dus met dat doorgroeien heb je sowieso een issue in de advocatuur. Des te belangrijker om in de sollicitatiefase scherp te onderhandelen over het salaris.
Het statusprobleem is vermoedelijk voor veel juristen het grootste obstakel. Als paralegal ben je niet ‘one of the guys’ en dat kan steken. Zelf zou ik me daar wel overheen kunnen zetten met behulp van een paar sessies psychotherapie en een cursus mindfulness, maar het blijft een knagend dingetje. Als paralegal zou je kunnen denken: ik doe het uitzoekwerk en de advocaat gaat ervandoor met de eer. En de poen.
Als men op de vrijdagmiddagborrel grappen maakt over all-nighters, dan kan de paralegal daarover niet meepraten. Je moet er maar tegen kunnen dat collega’s op kantoor zitten terwijl jij weekend viert. Dat ze doordraften terwijl jij je kinderen naar bed brengt. Ook weet ik niet zeker of je als paralegal mag deelnemen aan alle advocaat-ontspan-activiteiten, zoals het ski-uitje met de sectie. Dat zou je vooraf even moeten controleren.
Wat mij betreft wegen de nadelen niet op tegen de voordelen van deze boeiende baan. En dat is voor velen eigenlijk heel vrolijk nieuws: er is leven na(ast) de advocatuur!