Op donderdag 8 januari stond ik in een Zuid-Franse boekhandel wat te draaien met een album van Wolinski in mijn handen. Ik koop nogal eens Franse strips. Ik legde Wolinski weer weg. Het leek me toch nogal een loos gebaar een stripalbum te kopen omdat de tekenaar de dag daarvoor was vermoord, terwijl dat album me eigenlijk niet aanstond.
Georg van Daal, advocaat te Den Haag
Die laffe moord op Wolinski en zijn collega’s leidde wel tot melancholische gedachten, zoals dat we deze gebeurtenissen moeten aangrijpen voor dingen die domme en bange jongens met mitrailleurs juist níet wensen. Meer vrijheden bijvoorbeeld. Ik weet dat dat makkelijke gedachten zijn, maar heel moeilijk in de praktijk te brengen zijn ze eigenlijk ook niet.
Op 15 januari jl. werd mijn melancholie weer aangewakkerd bij het lezen van een opinie van een zekere Ward Ferdinandusse in NRC Handelsblad van die dag. Ferdinandusse is officier van justitie bij het landelijk parket, en heeft het recent ook nog tot bijzonder hoogleraar internationaal strafrecht te Groningen geschopt.
Desalniettemin getuigde Ferdinandusse in zijn opinie van ofwel grandioze domheid ofwel vergaande gewetenloosheid, wellicht beide. In zijn opinie pleegde hij namelijk een schaamteloze exploitatie van het drama dat zich op de redactie van Charlie Hebdo heeft afgespeeld. Aan de hand van in vele onderzoeken reeds naar het graf verwezen drogredenen, betoogt hij dat het Europese Hof ernaast zat toen dat bepaalde dat de veel besproken richtlijn over bewaring van telefonie- en internetgegevens ongeldig was. Die gegevens zouden namelijk cruciaal zijn voor de vervolging van ernstige misdrijven. Sterker nog, als de bewaarplicht zou worden afgeschaft, dan zou de op grond van het EVRM verplichte effectieve bescherming door de Nederlandse staat van haar burgers onmogelijk worden gemaakt, aldus suggereert Ferdinandusse.
Hij sust daar natuurlijk wel overheen, met zalvende woorden over proportionaliteit, belangenafweging en dat het echt, echt waar, niet gaat om een informatiehongerige overheid tegenover burgers. De boodschap is echter helder: mensen zijn vermoord, de daders en hun al dan niet handlangers hebben virtuele sporen achtergelaten, dus burgers van Nederland, lever uw privacy en vrijheden in, want anders…
Deze officier van justitie lijkt mij een veel gevaarlijker man dan de in essentie bange en radeloze aanslagplegers. Hij zet namelijk met zijn pen het werk voort, dat de beide broers met hun mitrailleurs begonnen. Als officier van justitie en hoogleraar is Ferdinandusse niet alleen invloedrijker, maar ook veel machtiger dan de broers K. In zíjn handen is namelijk het geweldsmonopolie van een heel land gelegd en hij kan het leven van veel meer mensen miserabel maken. Zijn streven om vrijheden en privacy tot een beroerder niveau te brengen dan waarop ze zich nu bevinden, is precies wat de moordenaars wensten. En de beide broers wisten – net zoals de Kopenhaagse schutter afgelopen weekeinde – toen zij al schietend allerlei levens beëindigden, dat Ferdinandusse hun wens zou gaan inwilligen.
We worden namelijk omringd door Ferdinandusses, die iedere gelegenheid aangrijpen om rechten te beknotten en vrijheden in te perken, daarmee slechts fundamentalisten in de kaart spelend. Een betere wereld komt echter slechts tot stand als we iedere terroristische wandaad zouden beantwoorden met iets dat de daders níet willen. Het opheffen van een inbreuk op privacy. Het herstellen van een vrijheid. Het ongedaan maken van onzinnige bestraffingen van cartoonisten.
Maar bovenal: het terugdringen van het aantal onbenullige en regelzuchtige officieren van justitie.