Dagelijks lezen we over discriminatie en #blacklivesmatter. Natuurlijk ben ik altijd al voor inclusiviteit geweest en kon ik me wel een voorstelling maken bij discriminatie. Maar ik had het nooit zelf ervaren. Aan den lijve zeg maar. Tot een paar maanden geleden.
Het is net als met kinderen krijgen: je weet pas echt hoe het is als je zelf vader of moeder wordt. Hoe diep empathisch je ook bent. Dat overweldigende gevoel van liefde, verantwoordelijkheid, kwetsbaarheid. Het valt niet uit te leggen, alleen aan de mensen die het ook hebben meegemaakt. En die hebben dus geen uitleg nodig. Je kunt het andere mensen ook bijna niet kwalijk nemen als ze niet precies doorvoelen wat jij meemaakt. Dat geldt voor politici, bestuurders, advocaten en voor gewone mensen. Maar je kunt wel goed blijven luisteren aan de ene kant en je ervaring delen aan de andere kant.
Dus. Twee jaar heb ik in Dubai gewoond. Daar heerst een rassen- en standenmaatschappij. De blue collars onderaan, dan de expats zoals wij en aan de top van de ijsberg de Emirati. Dat merkte ik bijvoorbeeld in de grootste shopping mall: de Dubai mall. De Emirati maakten nauwelijks contact met ons expats (en dan was ik ook nog een vrouw) en al helemaal niet met de blue collars.
Niet persoonlijk
Had ik daar last van? Nou nee. Ik vond het niet erg om een soort van tweederangs burger te zijn. Dat is hun cultuur en dat wist ik toen ik ernaar toe verhuisde. Die houding was ook niet tegen mij persoonlijk gericht, maar tegen zo ongeveer iedereen (want de Emirati zijn in hun eigen land in de minderheid). Wel was ik erg nieuwsgierig, ik had dolgraag een kijkje genomen in een van de hermetisch afgesloten bunkers van villa’s. Of gewoon een praatje gemaakt. Of vriendschap gesloten. Het liefst met de vrouwen daar. Dus tot zover no hard feelings.
Tot een paar maanden geleden. In een oproepje op social media van een bedrijf werd een interviewer gevraagd. Iemand die ervaring heeft voor de camera en goed kan doorvragen. En iemand die affiniteit heeft met het onderwerp: werkdruk. Ik voelde me meteen geroepen, aangezien ik heel vaak interview (voor de camera) en boeken heb geschreven over o.a. werkdruk. De schrijver die geïnterviewd moest worden had ik al eens ontmoet en zijn boek gelezen. Kortom, ik presenteerde mezelf als de ideale kandidaat. En ik was toevallig beschikbaar op de korte termijn die werd gevraagd! Bovendien had iemand anders binnen dat bedrijf mijn naam ook al doorgegeven. Kat in het bakkie, dacht ik.
Des de groter was mijn verbazing over de reactie van de vrouwelijke marketeer: bedankt voor je enthousiasme, maar we zoeken een mannelijke interviewer. Eerst kon ik het niet geloven. Dus ik vroeg door: waarom een man? De geïnterviewde expert was immers ook al een man. Het antwoord: omdat uit neuro-onderzoek is gebleken dat mensen liever naar een (Nederlandse) man dan naar een vrouw kijken in een interview over een bepaalde expertise. Toch kiezen voor een vrouwelijke interviewer betekent in zo’n geval: geld weggooien. Ik kon mijn oren niet geloven. Gebeurde dit echt? In 2020? Bij een bedrijf dat hoog opgeeft over inclusiviteit? Werd ik notabene afgewezen door een vrouw, een sister?
Glazen plafond
Ineens kon ik enigszins invoelen hoe het moet zijn als je jarenlang keihard hebt gewerkt als vrouw en dan te maken krijgt met een glazen plafond. Zoals een vriendin van mij overkwam bij een middelgroot advocatenkantoor. Omdat de hoge heren en die ene vrouw met haren op haar tanden het toch niet helemaal voor zich zien met jou erbij. Te soft, te moeke, te ‘tja we kunnen er de vinger niet helemaal op leggen’. Maar we waarderen je enthousiasme, dus je hoeft natuurlijk niet weg. Of de Nederlandse medewerker met Marokkaanse ouders die bij de lunch standaard als eerste mocro-grappen maakt. Alles om collega’s te laten lachen, in de hoop er een beetje bij te horen.
Afwijzing is een afschuwelijk gevoel. Een vorm van niet gezien worden. Het is onze grootste angst als mensen. We zijn sociale dieren en overleven bij de gratie van anderen. Natuurlijk had de marketeer mij niet hoeven in te huren als interviewer. Om de simpele reden dat ze een ander inhoudelijk beter vond bijvoorbeeld (al had ik dat vast ook niet leuk gevonden om te horen). Maar niet omdat ik geen man ben. Want ik kan nog zoveel extra opleidingen, boeken en werkervaring kweken. Maar een man word ik nooit. En dat maakte het zo pijnlijk.