Onlangs werd ik uitgenodigd voor een netwerkontbijt. Een prachtig concept waarbij ondernemers eens per week om zeven uur ’s morgens met elkaar ontbijten. Het doel: elkaar zo veel mogelijk aanbevelingen bezorgen die kunnen leiden tot opdrachten. Drie keer raden wie ik daar tegen ’t lijf liep: drie sprankelende advocaten!
Fleur Brockhus, schrijver van roman De urenfabriek
Op de een of andere manier had ik verwacht slechts freelancers en andere eenpitters aan te treffen. Acquisitie is behalve broodnodig, ook een gezellig verzetje voor deze groep mensen die vaak toch een groot deel van de dag zit te werken zonder collega’s. En inderdaad: er was een fotograaf, een architect, een coach, een wifi-specialist en een grafisch ontwerper. Plus maar liefst drie advocaten, een fiscalist en een notaris.
Meteen voelde ik een klik met de advocaten, mijn roots. Alsof de advocatuur een geboorteland is waar ik altijd een connectie mee zal houden. De advocaten zeiden dat ze met plezier mijn roman hadden gelezen, wat ik natuurlijk leuk vond om te horen. Maar op hun kantoor gaat het er naar eigen zeggen gelukkig wel anders aan toe dan in De Urenfabriek.
Eén van hen was begin dertig en werkte bij een Amsterdams kantoor als ondernemingsrechtspecialist. Hij was die week aan de beurt om voor ons een tien minuten presentatie te verzorgen. En dat deed hij met verve. In normale mensentaal legde hij uit wat zijn werk precies inhield. Daarbij gaf hij heldere voorbeelden van zaken waar hij aan werkte. Het enthousiasme spatte ervan af, het publiek hing aan zijn lippen. Hij sloot af met een oproep aan ons, de ontbijters, om voor hem uit te kijken naar nieuwe klussen. Ik zag iedereen om me heen druk meepennen.
Ik herinner me dat ik als stagiaire in de advocatuur vooral geen werk erbij wilde hebben en het liefst de helft van mijn lopende zaken over de schutting zou gooien bij een collega. Maar deze advocaten niet. Pitchend als marktlui in Marrakech brachten zij hun diensten aan de man. En dat om zeven uur ’s ochtends. Puur partner materiaal: knap, bevlogen en op zoek naar werk voor de firma. Verre van de melaatse advocaat die weggedoken achter een kamerplant zit te Due Dilling-en zoals ikzelf – en velen met mij – destijds op de Zuidas.
Het leukste van het ontbijt (naast de verse croissants en het eitje dat precies zes minuten was gekookt) was dat uitgerekend een van de advocaten mij een week later belde met een potentiële schrijfklus. Of hij mijn gegevens misschien aan een zakenrelatie mocht doorgeven? Nou, graag natuurlijk!
Mijn beeld van de advocaat anno nu is door de ontbijtsessie toch weer wat bijgesteld. Advocaten egoïstisch, overwerkt en sociaal gehandicapt? Onzin.