Aanstaande vrijdag is het zover: dan verschijnt de 18e editie van De Stand van de Advocatuur. In het kader daarvan interviewden we individuele advocaten en kantoren over advocatuur en social media. Wat doen ze er mee, hoe doen ze dat en via welke kanalen? In deze laatste voorpublicatie Clifford Chance, waar de nadruk op Twitter ligt als het gaat om social media. Recruitment manager Clair Ramaker is er zelfs van overtuigd dat advertenties en wervingscampagnes op papier binnen vijf jaar helemaal zullen verdwijnen.
Hoe gaat het volgens jullie met social media in de advocatuur?
Communications manager Jeroen de Bruin: “Je ziet in de advocatuur wel een zekere terughoudendheid als het gaat om social media. Wij komen allebei uit de accountancy en daar zijn ze eigenlijk al twee, drie jaar verder. Social media zijn daar veel meer ingeburgerd, terwijl de advocatuur er nog een beetje onwennig in kan zijn.” Claire Ramaker: “Ja, in het algemeen vind ik de advocatuur er wel conservatief in. Dat heeft vaak ook te maken met onbekendheid. Het publiek is heel groot en het staat meteen online, dat vindt men ook een beetje eng. Maar er zijn andere grote bedrijven die al veel langer met social media bezig zijn.”
Hoe ver is Clifford Chance met social media?
De Bruin: “Sinds 2010 hebben we een Twitter-account en ik heb mezelf toen het target opgelegd dat ik in december van 2012 aan de duizend volgers wilde komen. Dat is gelukt, en wat betreft aantal volgers op Twitter zijn we zo’n beetje nummer een van de grote kantoren. We willen met social media een voortrekkersrol spelen, ook met LinkedIn. Voor Facebook zie je verder toch vooral recruitmentmogelijkheden.” Ramaker: “Een aantal jaren geleden hebben we besloten heel erg te gaan investeren om employer of choice te worden. Met name Facebook heeft heel positief bijgedragen aan de manier waarop wij momenteel bekend zijn in de arbeidsmarkt. Het is een goed middel om te laten zien wat er gebeurt op kantoor.”
Houden jullie je aan beleid of een richtlijn wat betreft social media?
De Bruin: “Wereldwijd volgen wij de guidance van de Engelse Law Society, waarin zij bijvoorbeeld aangeven dat je voorzichting moet zijn met wat je zegt. Verder werken we lokaal met praktische do’s & don’ts. De don’ts zijn vooral gericht op bewustwording. En omdat er natuurlijk altijd wat fout kan gaan, zijn we ook voorbereid op de-escalatie. We hebben een doordachte de-escalatieladder die ons handvatten geeft voor als het mis mocht gaan.” Ramaker: “Ik denk wel dat het heel strak regisseren van het gebruik van social media ook zijn nadelen heeft. Als het maar positief is, krijg je veel vrijheid. We zijn absoluut niet de hele dag bezig met het monitoren van mogelijk schadelijke berichtjes. Ons uitgangspunt is dat we social media niet als bedreiging, maar als een kans moeten zien.”
Hoe is de verhouding wat betreft social media met jullie kantoren in andere landen?
De Bruin: “Nederland is wat dat betreft echt een gidsland. Niet zozeer Clifford Chance Nederland, maar Nederland in het algemeen loopt enorm voorop met social media. Wat hier gebeurt, gebeurt in andere landen misschien pas over een jaar. Dus als het gaat om onze positie in ons global network wordt er ook naar ons gekeken; vanuit Londen wordt regelmatig ons advies gevraagd. Wij zijn verder met hoe wij intern mensen willen betrekken en we zoeken kanalen meer actief op.”
Hoe ziet de social media-toekomst van Clifford Chance eruit?
Ramaker: “Ik verwacht een flinke groei. Als je kijkt naar de komende vijf jaar, dan denk ik dat het gebruik van Facebook nog verder geactiveerd gaat worden. Onze wervingscampagna gaat bovendien volledig gericht worden op social media, waarbij ook LinkedIn en Twitter zullen groeien richting de startende doelgroep. Dat betekent dat de printcampagne helemaal verdwijnt. Misschien niet in de komende twee jaar, maar wel over vier, vijf jaar. De kosten zijn relatief hoog, en die kosten spelen momenteel binnen de advocatuur een grote rol.” De Bruin: “Omdat we best wat spin-off zien van social media houden we in onze strategie ook rekening met ontwikkelingen op dat gebied, zodat we kunnen meebewegen. Het is uitgesloten dat het over vijf jaar nog allemaal hetzelfde is.”