Een cliënt die beweert dat hij met zijn advocaat no cure no pay overeen is gekomen, zal het bestaan van die overeenkomst moeten bewijzen. Enkel een brief, dus zonder faxjournaal, is niet voldoende. Dat heeft de Rechtbank Limburg op 29 november beslist. De kantonrechter acht een no cure no pay-afspraak ‘ook niet geloofwaardig nu dit in Nederland volgens de gedragsregels voor advocaten uitdrukkelijk verboden is’.
De advocaat in kwestie stond een bedrijf bij rond het incasseren van een vordering. Hij werkte voor een uurtarief van 215 euro, uiteindelijk resulterend in een declaratie van 4.500 euro.
Het bedrijf weigert te betalen omdat er met de advocaat een no cure no pay-afspraak gemaakt zou zijn. Die afspraak zou per fax naar het advocatenkantoor zijn gestuurd. Het kantoor ontkent de fax te hebben ontvangen.
Onder die omstandigheden moet het bedrijf de rekening gewoon betalen, aldus de kantonrechter. ‘Eisende partij heeft immers uitdrukkelijk betwist deze brief/fax te hebben ontvangen, terwijl gedaagde partij ook niet het tegendeel heeft aangetoond. Gedaagde partij heeft geen faxjournaal overgelegd, waaruit in beginsel een begin van bewijs zou kunnen worden afgeleid.’