De vrijspraak in hoger beroep van de oud-rechters Hans Westenberg en Pieter Kalbfleisch is definitief onherroepelijk. Het Openbaar Ministerie meldt niet in cassatie te gaan tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van twee weken geleden.
Het OM stelt na bestuderen van de arresten ‘onvoldoende juridische aanknopingspunten’ te zien voor een ‘vruchtbare cassatie’, omdat de Hoge Raad immers uitsluitend onderzoekt of het recht in de voorgaande zaken op de juiste manier is toegepast en of alle procedures op de juiste manier zijn gevolgd. “Het hof heeft geconcludeerd dat niet tot het oordeel kan worden gekomen dat verdachten in strijd met de waarheid hebben verklaard, omdat de feitelijke toedracht niet kan worden vastgesteld. Bewijswaardering is voorbehouden aan de feitenrechter en biedt geen aanknopingspunt voor cassatie”, aldus het OM.
Westenberg en Kalbfleisch werden de afgelopen jaren vervolgd op verdenking van meineed over hun onderlinge contacten, na aangifte door een projectontwikkelaar. Justitie eiste tot twee maal toe voorwaardelijke celstraffen en werkstraffen van 240 uur. Het Hof concludeerde dat ‘niet tot oordeel kon worden gekomen dat hierover in strijd met de waarheid is verklaard’. Daarbij zou Westenberg niet de waarheid hebben verteld over een telefoontje dat hij zou hebben gepleegd met een advocaat in de gecompliceerde, zich jaren voortslepende Chipshol-zaak. Westenberg was rechter tijdens een van de procedures in de jaren negentig, over een stuk grond bij Schiphol waar een bedrijvenpark moest verrijzen.
Westenberg ontkende altijd dat een dergelijk gesprek te hebben gevoerd: zowel de rechtbank als het Gerechtshof concludeerden dat het plaatsvinden van het telefoontje niet kon worden bewezen.