Nee, ze worden meestal geen advocaat of rechter, maar hbo-juristen hebben mooie kansen op de arbeidsmarkt. En bepaald niet alleen in juridisch-ondersteunende functies.
De hbo-studie rechten is ooit opgezet vanuit de gedachte dat afgestudeerden aan het werk konden als rechterhand van de togajurist, en dat zijn ze voor een deel ook wel geworden, maar ze komen toch vooral elders terecht”, vertelt de Amsterdamse lector Arnt Mein, schrijver van het recent verschenen Arbeidsmarktonderzoek opleidingen hbo-rechten. De hbo-jurist zou als een soort praktijkondersteuner aan de slag gaan, zoals ook de huisarts die inzet.
Maar Mein schetst hoe de togaberoepen in eerste instantie nogal defensief reageerden op hun nieuwe vakbroeders en -zusters. “Vanuit een reflex beschermde de bestaande beroepsgroep zich, zij bepaalden zelf wel wie er toegang had tot hun beroepsgroep.” De overheid reageerde daar heel anders op en is inmiddels een van de grotere werkgevers van de juridische hbo’ers. “De overheid is pragmatischer, ze hebben generalisten nodig en die hoeven meestal ook niet meteen te procederen.”
Legal tech
Uit Meins onderzoek blijkt dat hbo-juristen vooral vaste grond onder de voeten hebben gekregen bij (decentrale) overheden en bij rechtsbijstandsverzekeraars. Maar ook steeds meer advocatenkantoren en bedrijfsjuridische afdelingen doen een beroep op hbo’ers, voor functies als legal designer of legal projectmanager, in accountmanagement of als paralegal. “Ze zijn pragmatisch, gaan gelijk aan de slag.”
Ook de aandacht voor legal tech in het hoger beroepsonderwijs werpt zijn vruchten af, weet Mein: “In de advocatuur vragen klanten steeds meer om die ondersteunende diensten en de professional durft het werk ook echt aan zijn ondersteuners over te laten. Wij nemen studenten hier ook in mee en leren ze werken met ict-toepassingen voor de praktijk, bijvoorbeeld het werken met zoeksystemen voor verschillende data. Met goed gebruik van software kunnen ze een probleem inzichtelijk maken en werkprocessen vergemakkelijken. Dat is nu weliswaar nog een niche, maar daar zit veel groei in.”
Bezwaarcheck
Twee juristen die bij de gemeente Amsterdam werken, laten goed zien hoe relevant hun achtergrond is voor hun huidige werk. Kasim Bahadir (30) werkt als jurist in het kennismanagement- en innovatieteam bij het Juridisch Bureau, waar hij via een afstudeerstage van de Hogeschool van Amsterdam terecht kwam. “We hebben een bezwaarcheck opgezet voor enkelvoudige bezwaarzaken, bijvoorbeeld het wegslepen van verkeerd geparkeerde fietsen en auto’s. Dat begon met een pilot, en die zijn we nu aan het uitrollen voor meerdere bezwaarsoorten. Hiermee kunnen burgers inschatten hoeveel kans ze maken met hun bezwaar. Dat kunnen we op basis van onze data goed voorspellen. Zo geven we een kijkje in de keuken.
Belangrijk, want als je weinig kans hebt, moet je dat weten. En voor collega-juristen ontwikkelen we een automatiseringstool waarmee ze standaard tekstblokken kunnen gebruiken voor het efficiënter behandelen van bezwaren.”
Naast zijn fulltimebaan volgt Bahadir ook een universitaire pre-master rechten. Het maakt hem een zogenoemde stapelaar, want hij begon op het vmbo en volgde daarna de opleiding voor mbo-juridisch medewerker. Na zijn hbo-propedeuse proefde hij al even aan de universiteit, maar dat was hem toen te theoretisch.
Nu niet meer, want: “Ik weet nu heel goed wat ik wil, ik wil expert worden op het gebied van technologie en recht. Op de universiteit is men bezig met de vraag hoe je het gebruik van AI, big data en software voor legal tech kunt plaatsen in het recht. Is er al regelgeving voor, hoe gaat de rechter ermee om, hoe bescherm je burgers tegen een overheid die veel techniek toepast?”
Algoritmes
Zijn collega Eelco Baartse (31) ging ook via een stage bij de gemeente Amsterdam aan de slag. “Vooraf leek me dit werk wat stoffig, maar het is zo veel leuker dan ik dacht. Ik kon na mijn stage als kwartiermaker van ons kennismanagement- en innovatieteam aan de slag. We zorgen dat collega -juristen hun werk efficiënter kunnen doen en helpen burgers bij het inschatten van hun bezwaarkansen. Maar we begeleiden ook stagiaires, werken samen met het hoger onderwijs, en we ontwikkelen een ethische visie op de omgang met data. Daarnaast werken we mee aan het onderhouden van het openbare algoritme-register van de gemeente. Daarin kan iedereen zien welke algoritmes de gemeente in bezwaar procedures gebruikt. Er is zoveel te doen in dit werkveld!”
Ook Baartse kwam niet direct op de opleiding hbo-rechten uit. Hij volgde eerst een mbo-ict-opleiding en had banen in de horeca en bij een technische klantenservice van een softwarebedrijf. “Ik zag direct het gestructureerde van het recht wel. Het is niet alleen technisch, maar ook menselijk. Er zijn regels, er is beleid, maar de vraag is hoe je daarop anticipeert. Ik heb geen spijt van de omwegen die ik heb gemaakt, want mijn klantenservice-ervaring en inzicht in techniek kan ik dagelijks gebruiken in mijn huidige werk.” Ooit wilde hij advocaat worden, maar van die ambitie is hij afgestapt. “Ik zie mezelf hier wel doorgroeien.”
Lector Arnt Mein weet dat de advocatuur voor veel studenten een romantisch beeld is, maar hij drukt ze altijd op het hart dat dat een lange route is. “We laten gelijk zien waar we ze voor opleiden, en er zijn hele leuke en goede functies voor ze. Ja, ook voor de wereldverbeteraars die erbij zitten. Ook benadrukken we in het onderwijs steeds meer de verantwoordelijkheid van een jurist in de rechtstaat. Rechtmatig moet ook rechtvaardig zijn. Met dat inzicht en hun praktische opleiding kunnen ze zich echt onderscheiden.”
Dit artikel is gepubliceerd in het nieuwe Advocatie Magazine. Klik op de cover om het magazine te openen of ga naar de Magazine-pagina. Hier kunt u ook een gratis abonnement aanvragen.