Puur formeel is hij het niet, maar hij wordt naar buiten toe wel als zodanig gepresenteerd: business developer – dus niet advocaat – Aladár Bleeker is de nieuwe partner van Rutgers & Posch. Hij moet het oliemannetje worden tussen de advocaten van het nieuwe kantoor en de cliënt. “De communicatiekloof tussen cliënt en advocatuur komt steeds pregnanter voor het voetlicht. Wij pakken dat op,” aldus managing partner Gerard Endedijk.
Door Lucien Wopereis
Bleeker is afkomstig van Stibbe, waar hij twaalf jaar gewerkt heeft en de laatste jaren hoofd was van de afdeling HRM. Hij is vanaf 1 mei bij Rutgers & Posch verantwoordelijk voor business development, cliëntrelaties en het opzetten van een netwerk van flexibele juridische professionals die onder de vlag van Rutgers & Posch projecten zullen draaien bij klanten.
Bleeker wordt partner bij het kantoor, met dien verstande dat hij formeel geen aandeelhouder van de NV wordt. “Dat mag niet van de Orde. Wij hebben een samenwerkingsovereenkomst met hem gesloten, en presenteren hem naar buiten als partner,” zegt Endedijk. Bleeker zelf: “Ik beslis mee, zit overal aan en kijk mee. Bij andere kantoren is business development doorgaans een stafafdeling, ik opereer op partnerniveau.”
Reden voor de constructie is dat Rutgers & Posch de relatie met de klant echt centraal wil stellen. Advocaten zijn uiteindelijk toch geneigd te denken in dossiers. Bleeker wordt geacht meer op metaniveau met de klant mee te denken. Endedijk concretiseert: “Stel, ik krijg een ontslagzaak van een grote retailer. Ik doe die zaak, en krijg er na een paar weken nog een. En even later nóg een. Dat kan een moment zijn dat je met de cliënt een gesprek aangaat: ligt er niet een fundamenteler probleem ten grondslag aan die zaken? Werkt de afdeling P&O bij dat bedrijf naar behoren? Is de dossiervorming wel op orde? Aladár kijkt daar op een andere manier naar dan een advocaat en kan behulpzaam zijn bij het zoeken naar een oplossing. Het is een andere, meer preventieve benadering van juridische zorg.”
De inspanningen van Bleeker worden niet in rekening gebracht, tenzij hij echt op projectbasis werk zou verrichten voor een cliënt. “Het is een investering in de relatie. Als je in het bovenstaande geval een meer fundamentele oplossing weet aan te dragen, dan is dat op korte termijn slecht voor Rutgers & Posch. Immers, ons kantoor krijgt dan minder ontslagzaken. Op langere termijn is het echter wel degelijk profijtelijk: het is beter voor onze relatie met de cliënt,” aldus Bleeker.
Flexibel
Bleeker gaat zich ook bezighouden met het opzetten van een flexibele ring van advocaten en andere juristen, die onder de vlag van Rutgers & Posch op projectbasis gaan werken voor cliënten. Alleen advocaten met minimaal vijf jaar werkervaring zijn welkom. Het advocatenkantoor wordt geen uitzendbureau, benadrukt Endedijk. “Om weer even terug te komen op die retailer met zijn ontslagzaken: de uitkomst van de gesprekken die Aladár voert met de retailer zou kunnen zijn dat er iemand moet komen die gaat helpen met het opnieuw organiseren van de afdeling P&O. Dat hoeft geen partner te zijn, maar wel iemand die op hoog niveau opereert. Die willen wij kunnen bieden uit onze pool van aangesloten advocaten.”
Die advocaten krijgen flexibele werkplekken op het kantoor, zijn welkom bij lunches en borrels, en zullen interne opleidingen volgen. Rutgers & Posch wil zo een moderne netwerkorganisatie worden, die flexibiliteit biedt aan de aangesloten advocaten. Want de behoefte daaraan is groot, weten ze inmiddels na gesprekken met potentiële kandidaten.
Opleiding
Rutgers & Posch leidt op dit moment zelf geen jonge advocaten op. Het komt ze tot dusver niet op scheve gezichten bij andere kantoren te staan, zegt Endedijk. “Ik sluit niet uit dat wij ook advocaat-stagiaires in dienst gaan nemen. Wat we wel gaan voorkomen, is dat we dat dan als opleidingskosten aan de cliënt doorbelasten.”
Bleeker vult aan dat Rutgers & Posch wel degelijk aan opleiding doet, zij het op een andere manier. “Bij ons werken advocaten met vijf jaar ervaring of meer heel intensief samen met de partners die al 20 jaar in het vak zitten. Dus geen contact per e-mail, maar echt samenwerken, echt met elkaar praten en sparren. Bij andere kantoren zie je vaak dat juist die advocaten een beetje aan hun lot worden overgelaten.”
Bleeker heeft zin in zijn nieuwe baan. “Ik heb bij Stibbe een afdeling van veertien man aangestuurd, dat was erg leuk om te doen. Nu moet ik zelf weer dingen oppakken, echt ondernemen. Zeer inspirerend.”