In Groot-Brittannië krijgen werknemers van onder andere Irwin Mitchell, Clifford Chance, Shoosmiths en Bird & Bird een eenmalige extra bonus als tegemoetkoming voor de alsmaar stijgende kosten van levensonderhoud.
Clifford Chance verstrekt de bonus aan al het servicepersoneel en advocaat-stagiaires. Zij zagen onlangs 1.500 Britse pond extra op hun loonstrook staan. Voor de werknemers van Shoosmiths gaat het om een bedrag van duizend pond. Het bedrijf kondigde de bonus aan vlak nadat ze de jaarcijfers van 2021 bekend maakten. Volgens CEO David Jackson zal ook de jaarlijkse loonherziening dit jaar twee maanden eerder plaatsvinden.
Eenmalige bonus
Na bekendmaking van een omzetstijging van acht procent gaf een woordvoerder van Shoosmiths aan dat het bedrijf ‘in staat was te investeren in een reeks beloningen om de belangrijke bijdragen van hun mensen aan het behalen van de resultaten te erkennen, en tegelijkertijd de uitdagingen te erkennen waarmee zij als gevolg van het huidige economische klimaat worden geconfronteerd’. Naast deze eenmalige bonus die de werknemers in september uitbetaald zullen krijgen, kregen alle werknemers deze maand een bonus van drie procent van hun salaris.
Aan de andere kant van het Kanaal kondigde ook Bird & Bird aan dat zij al hun werknemers met een jaarlijks salaris van 50.000 pond of minder in juli een eenmalige bonus uit zullen keren van duizend pond, na aftrek van belastingen. Volgens het kantoor gaat het om ruim driehonderd werknemers, waaronder advocaat-stagiaires die in hun eerste of tweede jaar zitten. Zij verdienen respectievelijk 45.000 en 50.000 Britse pond per jaar. Servicepersoneel en junior werknemers komen eveneens in aanmerking voor de bonus.
Ook senior partners
In april werd de ’trend’ gezet door het eveneens Britse Irwin Mitchell. Zij keerden aan ál hun werknemers negenhonderd pond uit, ook de senior partners werden meegenomen in de regeling. Irwin Mitchell zette een deel van de verwachte winst van 2022 opzij om het gebaar te financieren. Volgens algemeen directeur Andrew Tucker zette het kantoor de stap om tegemoet te komen in ‘de externe omstandigheden die de kosten van het levensonderhoud beïnvloeden’.
In Nederland zijn dergelijke financiële tegemoetkomingen (nog) niet bekend gemaakt.