Een Britse advocaat moet haar juridisch assistent circa 155.000 pond betalen. De discriminerende behandeling van de advocaat, en de daaruit voortvloeiende rechtszaak, verergerde de kwetsbare mentale gezondheid en posttraumatische stress van de assistent.
De assistent – in de uitspraak enkel aangeduid als ‘C’ – kreeg opnieuw klachten door de discriminerende behandeling van advocaat ‘D’, die haar persoonlijk in dienst had. De assistent kwakkelde reeds met chronische pijn en PTSS; daarbovenop kwamen nieuwe kwalen als concentratieproblemen en toevallen.
Wat die discriminerende behandeling precies inhield, blijkt uit een eerder vonnis. De assistent van ‘D’ kreeg bijvoorbeeld te horen dat als zij niet zeven dagen inzetbaar was, de advocaat iemand anders zou aannemen. Discriminatoir op basis van een beperking of chronische ziekte, oordeelde de rechter destijds al.
Spraakuitval en paniekaanvallen
De behandeling was ‘catastrofaal’ voor het leven én de carrière van de assistent, zo tekent The Law Society Gazette op. Volgens rechter Catrin Lewis leidde de omgang van ‘D’ met ‘C’ er tevens toe dat de eerdere mentale gezondheidsproblemen van laatstgenoemde erger werden. In het vonnis staat dat de assistent haar gezondheid ‘instortte’, waardoor ze niet meer kon werken.
De symptomen van de assistent waren schrijnend: ‘C’ haar spraak was aangetast, ze kon niet meer zonder hulp lopen en had regelmatig last van paniekaanvallen. De advocaat moet daarom 155.000 pond (zo’n 180.000 euro) betalen aan de assistent, zo oordeelde rechter Lewis eind vorige maand.