Bram Moszkowicz mag van het Hof van Discipline niet terugkeren als advocaat. Volgens het hof heeft hij ‘niet op overtuigende wijze laten zien dat hij zijn gedrag blijvend heeft veranderd.’ Daarbij blijft zijn financiële positie vaag, wat een risico kan zijn voor zijn onafhankelijkheid als advocaat.
Moszkowicz werd in 2013 in liefst zes tuchtzaken van het tableau geschrapt wegens het overtreden van diverse beroepsregels, zoals het aannemen van grote sommen contant geld van cliënten. Afgelopen najaar trok hij de stoute schoenen aan om zich weer opnieuw als advocaat in te schijven. Hij is al enige tijd werkzaam als jurist bij het kantoor van zijn partner, advocate Nienke Hoogervorst. De Orde van Advocaten Midden-Nederland wees zijn verzoek echter af, waarna hij een beklag indiende bij het Hof van Discipline.
De hoogste tuchtrechter is er echter lang niet van overtuigd dat Moszkowicz zijn leven heeft gebeterd. Volgens de uitspraak van maandag heeft ‘mr. Moszkowicz niet op overtuigende wijze laten zien dat hij zijn gedrag blijvend heeft veranderd en hij heeft daar geen overtuigende waarborgen voor gegeven.’ Dat maakt volgens het hof dat nieuwe schendingen van de beroepsregels voor de advocatuur in het geval van Moszkowicz niet zijn uit te sluiten.
Het hof erkent dat Moszkowicz in de afgelopen jaren zijn gedrag weliswaar deels heeft veranderd, maar stelt dat zijn ‘voorgenomen organisatorische maatregelen om nieuwe ontsporingen te voorkomen’ onvoldoende zijn. Een coach die hij in de arm heeft genomen, zou dan juist weer te vergaande bevoegdheden hebben, waarmee volgens het hof ‘de belangrijke kernwaarden voor een advocaat, te weten onafhankelijkheid en vertrouwelijkheid, onaanvaardbaar in het gedrang komen.’
Alweer niet transparant
Daarnaast noemt het Hof van Discipline de financiële situatie van Moszkowicz ‘onduidelijk’, wat een risico kan zijn inzake zijn onafhankelijkheid. Eind vorig jaar verklaarde de rechtbank in Lelystad de ex-advocaat persoonlijk failliet als gevolg van een belastingschuld, al werd dit faillissement in hoger beroep op het allerlaatste moment afgewend.
Voor het Hof van Discipline blijft onduidelijk hoe groot de kans is dat Moszkowicz nog vorderingen kan verwachten naar aanleiding van het faillissement van zijn kantoor in 2015. Ook kon hij op zitting geen goede uitleg geven over de voorwaarden waaronder een derde zijn schuld aan de belastingdienst heeft betaald. Alleen hierdoor werd het persoonlijk faillissement van Moszkowicz in hoger beroep vernietigd.
Dat de voormalig advocaat tegenover de tuchtrechter ook nu alweer niet transparant is over zijn financiële situatie, rekent het hof hem aan. Juist omdat de vele schendingen van regels op het vlak van de financiële integriteit uiteindelijk leidden tot zijn schrapping van het tableau in 2013.
Al met al laat het hof ‘de grote maatschappelijke verantwoordelijkheid die hoort bij het bekleden van een positie als advocaat zwaarder wegen dan het persoonlijk belang van mr. Moszkowicz bij herinschrijving als advocaat’.