Een Brabantse advocaat die talloze gedragsregels overschreed in een langlopend geschil met de gemeente Aalburg, is door de Raad van Discipline ’s-Hertogenbosch twaalf weken geschorst (waarvan acht weken voorwaardelijk). De advocaat deed ook op persoonlijke titel aangifte tegen de burgemeester en enkele ambtenaren. Hiermee hield hij onvoldoende professionele distantie van zijn cliënt, een man die al jaren tegen de gemeente procedeert.
Door Joris Rietbroek
De achtergrond van de zaak draait om een recreatiewoning in recreatiegebied De Veense Put, die volgens de gemeente Aalburg te groot is. De eigenaar heeft hiervoor een dwangsom gekregen, waartegen hij inmiddels al jaren procedeert met hulp van zijn advocaat, Ivo Roorda. Die moest zich onlangs voor de Raad van Discipline ’s-Hertogenbosch verantwoorden voor de overtreding van negen advocatuurlijke gedragsregels. Dat stelde althans de gemeente als klager in deze tuchtzaak, waarin ook de deken zich mengde met een dekenbezwaar.
Waslijst verwijten
De klacht van de gemeente Aalburg roept het beeld op van een olifant in een porceleinwinkel; de waslijst met verwijten aan het adres van de advocaat is flink aan de maat. Zo liet hij zich in correspondentie meermaals onnodig grievend uit over de gemeente, ook in berichten aan anderen. Verder: ‘Verweerder geeft aan personen te vertegenwoordigen die niet, nog niet, of niet langer zijn cliënt zijn. […] Verweerder dreigt voortdurend met procedures, vaak zonder dat de procedure daadwerkelijk wordt gestart. Verweerder geeft in verschillende stukken een tegengestelde en onjuiste weergave van de feiten. […] Verweerder beschuldigt klager onder meer van liegen, het plegen van bedrog en het frustreren van procedures’. Enzovoorts.
De advocaat gaat kortom heel ver voor zijn cliënt. Daarnaast correspondeert hij rechtstreeks met ambtenaren van Aalburg – hij beschuldigt een van hen van valsheid in geschrifte –, ook al verzoekt de advocaat van de gemeente hem meermaals dit niet te doen. Begin juni 2016 doet Roorda namens zijn cliënt én zichzelf aangifte van valsheid en geschrifte, meineed, laster en smaad tegen de burgemeester, twee ambtenaren en de advocaat van de gemeente Aalburg. Dit laat hij ook de regionale pers weten: onder meer het Brabants Dagblad besteedt aandacht aan de aangifte.
Nog geen week later laat de deken aan de gemeente en diens advocaat weten dat hun klachten volgens hem grotendeels gegrond zullen zijn. Ook neemt hij enkele klachten over in zijn dekenbezwaar. Dit lijkt Roorda iets af te schrikken: hij trekt in augustus 2016 de aangiften die hij namens zichzelf deed weer in.
Beroepsfout afgeschoven op ambtenaar
De deken krijgt gelijk: de Raad van Discipline stelt vast dat de advocaat diverse gedragsregels heeft overtreden. De advocaat trad herhaaldelijk onbevoegd op, maakte diverse ongefundeerde verwijten aan de gemeente en probeerde ook nog eens een zelfgemaakte beroepsfout af te schuiven op een ambtenaar. ‘Toen bleek dat verweerder zelf een fout had gemaakt door zich namens zijn cliënt bij de verkeerde instantie te stellen, heeft verweerder mr. S verweten dat hij verweerder erop had moeten wijzen dat hij zich bij de verkeerde instantie had gesteld’.
Dit alles bij elkaar opgeteld komt de raad tot het oordeel dat ‘de wijze waarop verweerder zich jegens de gemeente en haar advocaat heeft opgesteld een behoorlijk handelend advocaat niet betaamt. Van een behoorlijk handelend advocaat mag worden verwacht dat deze een professionele distantie tot zijn cliënt bewaart en zich niet door zijn emoties laat meeslepen’.
Roorda erkende tegenover de raad dat hij zich in zijn boosheid in ‘te stevige bewoordingen en op een ongepaste toon heeft uitgelaten’. Het komt tot een deels onvoorwaardelijke schorsing omdat hij hiervoor al eens eerder voor de tuchtrechter stond en ‘het verwijtbare gedrag structureel van aard is. Want voordat de advocaat in september 2013 al een waarschuwing kreeg – nota bene na een klacht van dezelfde gemeente –, zei hij toen zelf nog in zijn verweer: “Na uitvoerige zelfreflectie en uitgebreide klankbordgesprekken met collega’s en derden kan ik nu overtuigd en oprecht zeggen dat ik in de toekomst dergelijke fouten niet meer zal maken. Anders gezegd, in woord noch op schrift, geen onvertogen woord.”