De Kamer voor het Notariaat Arnhem-Leeuwarden heeft oud-notaris Planting uit Emmen vorige week een boete van 10.000 euro opgelegd wegens de mysterieuze verdwijning van een miljoen euro via zijn derdengeldenrekening en een op zijn kantooradres gevestigde stichting. De voorzieningenrechter sprak hem hiervan eerder dit jaar nog vrij, omdat hij de betrokkenheid van Planting onvoldoende aannemelijk vond.
In de zomer van 2014 liet een Noord-Hollandse ondernemer – de klager in deze tuchtzaak – een miljoen euro overmaken naar de derdengeldenrekening van notariaat ’t Suydevelt in Emmen. Het betrof de opbrengst van verkocht onroerend goed, dat hij wilde laten beleggen. Er werd een beleggingsplan opgesteld met hulp van een belastingadviseuse, en notaris Planting kreeg de opdracht om dit bedrag in twee delen van zo’n 500.000 euro als zijnde lening door te storten naar een Zwitserse vennootschap en naar de Stichting Derdengelden TB Belastingadviseurs, gevestigd op het adres van het notariskantoor. Kort na de transactie zou Planting zelf bestuurslid van de stichting worden.
Het Zwitserse bedrijf betaalde het bedrag niet terug; een ander bedrijf dat de 500.000 euro namens de stichting op zijn rekening gestort had gekregen, ging korte tijd later failliet. Het geld bleek geen deel uit te maken van de boedel en was spoorloos verdwenen. De ondernemer betichtte Planting van fraude en sleepte hem, het kantoor plus een kantoorgenoot en de stichting voor de rechter sleepte om het verloren geld terug te vorderen, te beginnen met een voorschot van 750.000 euro. Ook diende hij een tuchtklacht in tegen de in december 2015 gedefungeerde notaris.
De voorzieningenrechter vond dat onrechtmatig handelen door Planting niet was aangetoond – wel werd diens stichting veroordeeld tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding –, en ook de Kamer voor het Notariaat stelt in haar uitspraak van vrijdag 24 juni dat de ondernemer niet goed heeft weten te onderbouwen dat de oud-notaris zelf bemoeienis heeft gehad met de overboeking, ook al had de belastingadviseuse de indruk gewekt dat de notaris toezicht zou houden op de belegging.
Dat neemt echter niet weg dat Planting onzorgvuldig is geweest, meent de tuchtrechter, want hij droeg weldegelijk bij aan het bij de ondernemer gewekte vertrouwen. ‘De notaris heeft kennis genomen van het feit dat mevrouw [D] op haar document zijn kantooradres heeft vermeld en tevens dat zij in de overeenkomst had opgenomen dat de notaris mede tekeningsbevoegd was, hetgeen op dat moment feitelijk onjuist was, aangezien de notaris pas per 1 augustus 2014 als medebestuurder tekeningsbevoegd is geworden’.
Het had zodoende voor de notaris duidelijk moeten zijn dat de belastingadviseuse hem een betrouwbare rol wilde aanmeten in de constructie, aldus de kamer. Dit had voor hem aanleiding moeten zijn om nader onderzoek te doen naar de transacties. ‘Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris onzorgvuldig gehandeld door zulks na te laten en tevens door de onjuiste suggestie van mevrouw [D] dat de notaris toezicht hield niet te corrigeren. […] Het feit dat de notaris heeft bijgedragen aan de onjuiste beeldvorming over diens betrokkenheid bij de beleggingsconstructie rekent de kamer hem zwaar aan’.
De Kamer voor het Notariaat kan Planting niet meer berispen of schorsen, omdat hij inmiddels gedefungeerd is. Daarom legt de kamer als straf een boete van 10.000 euro aan hem op.