Ontvangst van een notificatiebericht is bij elektronisch procederen essentieel voor de geldigheid van de procedure volgens de Hoge Raad.
Een man heeft digitaal hoger beroep ingesteld tegen een WOZ-beschikking van de gemeente Rotterdam. De griffier van hof Den Haag heeft hem verzocht om de gronden van het hoger beroep in te dienen, maar de man heeft dit niet tijdig gedaan. Het hof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk. De man stelt dat hij het notificatiebericht niet heeft ontvangen. De Hoge Raad oordeelt dat het hof onvoldoende heeft gemotiveerd of de man het notificatiebericht heeft ontvangen of hiervan heeft afgezien. De zaak wordt verwezen voor nader onderzoek.
Onjuiste rechtsopvatting
De Hoge Raad stelt dat het hof een onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd door te oordelen dat een elektronisch bericht altijd wordt ontvangen zodra het toegankelijk is in het digitale systeem. Het verwijzingshof moet onderzoeken of de man daadwerkelijk een notificatiebericht heeft ontvangen of hiervan heeft afgezien.
De Hoge Raad houdt de beslissing over de proceskostenvergoeding aan en stelt de man in de gelegenheid om nadere gegevens te verstrekken. Het College van B&W van Rotterdam krijgt daarna de kans om hierop te reageren.
Zie ook: Hoge Raad 31 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:160, 24/03955
Wet: art. 8:36c Awb
Bron: Hoge Raad 31 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:158, 24/03954
Dit artikel verscheen eerder op Taxence.nl