Wat zijn dezer dagen de dilemma’s – of zo je wil : uitdagingen – voor het notariaat? We vroegen het een recruiter, een wetenschapper, een notaris, een notariële innovator en een bestuurder. Over digitalisering en AI, modernisering van het tuchtrecht, eenpitters en de menselijke maat. Maar bovenal: het gebrek aan nieuwe aanwas. Of nieuwe aanwas die zich al snel weer uit de voeten maakt, bijvoorbeeld vanwege de hoge werkdruk.
Fotografie: Fred Libochant
De recruiter
Ilona Tjon Poen Gie van wervingsen selectiebureau Legal Hunters weet waar in het notariaat de schoen wringt: het enorme gebrek aan mensen. “Ik had onlangs een radeloze notaris uit een dorp in het oosten van het land aan de telefoon. Geen opvolger, terwij l hij er al jaren mee bezig is. Of ik een oplossing wist. Nou, nee dus. Ik kan nu vaak niet leveren, een enkele gelukstreffer daargelaten. Zo krap is het op de arbeidsmarkt. En dat geldt voor alle gebieden: ondernemingsrecht, vastgoed en erfrecht.”Er is simpelweg te weinig toevoer. “Vroeger zaten er bij een kleine notaris tot wel drie kandidaten. Nu is er vaak niemand meer.”
Een daarmee samenhangend dilemma voor het notariaat is volgens Tjon Poen Gie de steeds groter wordende inhoudelij ke kloof tussen de kleine en de grote kantoren. Kleine kantoren zijn vaak de aktefabriekjes van weleer, bij de grote kantoren is de notaris uitgegroeid tot een boardroom advisor. Oversteken van klein naar groot – of andersom – is nauwelijks meer mogelijk, wat maakt dat de arbeidsmarkt nog vaster komt te zitten.
De wetenschapper
Hoogleraar Notarieel recht Leon Verstappen van de Rijksuniversiteit Groningen ziet vier uitdagingen voor het notariaat: digitalisering, bemensing, modernisering van het tuchtrecht en wat hij noemt de ‘solitaire uitoefening van het ambt’. Om met dat laatste te beginnen: al in 1996 schreef hij in de stellingen bij zijn proefschrift dat het over twintig jaar (dus 2016, L.W.) wegens de toegenomen omvang en complexiteit van de wetgeving en de hogere eisen die cliënten aan de dienstverlening van de notaris zullen stellen, in strijd zou zijn met ‘de eer en waardigheid van het ambt van notaris’ om het beroep solitair uit te oefenen. Daar zijn sindsdien de digitalisering en internationaliseringbijgekomen: het is voor de solist allemaal niet meer te behappen.
Verstappen drukt zich voorzichtig uit als het gaat om concrete maatregelen: hij heeft al eens een storm van verontwaardiging over zich heen gehad met uitlatingen over eenpitters. Maar er is volgens hem niet aan te ontkomen: notarissen moeten gaan samenwerken om de uitdagingen van deze tijd te lijf te gaan.
“Begrijp me goed: we hebben de eenpitters heel hard nodig. Maar eenlingen zijn kwetsbaar op het punt van het bijhouden van know-how, de financiën, personeel en digitalisering. We zullen ze moeten helpen bij het zoeken naar vormen van samenwerking.”
Eén ding weet Verstappen – zelf al meer dan dertig jaar verbonden aan Hekkelman Notarissen – heel zeker: digitalisering en AI maken de notaris niet overbodig. Klik zei de muis, en weg is het huis, schreef Aart van Velten bij zijn afscheid als hoogleraar Onroerendgoedrecht aan de VU. Verstappen: “Je krijgt eruit wat je erin stopt, en dat kan heel erg misgaan. Digitale systemen dekken nooit alle situaties die kunnen voorkomen en gaan uit van het mechanisch werken van het recht. Kijk naar de toeslagenaffaire en de problemen bij de Belastingdienst. Burgers komen soms vreselijk in het gedrang, ze worden vermorzeld door het digitale systeem. De notaris is bij uitstek toegerust om de menselijke toets te verrichten. Soms liggen dingen toch anders dan de wet voorschrijft, en daar moet je op kunnen corrigeren.”
De aantrekkelijkheid van het vak van notaris staat wat hem betreft buiten kijf, maar de hoogleraar denkt wel dat de salariëring, de hoge werkdruk en de toegenomen assertiviteit van cliënten in toenemende mate problematisch zijn geworden. Over dat laatste: de gang naar de tuchtrechter zou wat hem betreft voor notoire klagers en onzinnige klachten moeilijker mogen worden. “Evident onjuiste klachten moeten sneller worden afgehandeld. Het is heel vervelend als die klachten lange tijd boven je hoofd blijven hangen. Dat doet echt afbreuk aan het plezier in het vak.”
En het maakt, volgens hem, dat jonge kandidaat-notarissen soms al na een paar jaar weer uitstromen. “De claimcultuur is toegenomen, waardoor jonge notarissen kopschuw worden. Terwijl we door de toegenomen vraag, de steeds complexere wetgeving en de uitstroom van oudere notarissen die met pensioen gaan, zitten te schreeuwen om mensen.
De notaris
Managing partner Lars Boellaard van Westport Notarissen* in Rotterdam en het Westland is buitengewoon stellig als het gaat om dé uitdaging van het notariaat: digitalisering. Dat gaat nu allemaal veel te langzaam. Hij weet ook wel hoe het komt: er is werk genoeg, de noodzaak om te veranderen ontbreekt. Maar doorgaan met enkel aktes passeren, is volgens hem een doodlopende weg.
“Cliënten vragen om digitalisering, jonge werknemers vragen er om. Repetitief werk wordt niet meer aantrekkelijk gevonden, dat is niet meer van deze tijd.”De basis van het werk van de notaris is volgens Boellaard – samengevat – administreren en adviseren. Op het gebied van administreren wordt het voor de notaris steeds makkelijker: digitaal gaat dat betrouwbaarder, beter en sneller.
Een verdienmodel van de notaris dat is gebaseerd op deze administratie is dan ook niet duurzaam. De focus moet komen te liggen op adviseren, het aanbieden van relevante diensten voor cliënten. “Abstract gezegd: de notaris moet op het digitale kruispunt komen te staan als het gaat om het beheren en valideren van notariële data. Dat vergt een veel actievere rol van notarissen en notariskantoren.”
Boellaard denkt dat de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) een normerende en faciliterende rol moet spelen bij digitalisering en het gebruik van AI. Daarbij moet er oog zijn voor de gevaren. “Digitalisering en bijbehorende algoritmen leidden tot de toeslagenaffaire. Dit heeft een dramatische uitwerking gehad, maar we moeten ervan leren. Het moet geen sta-in-de-weg zijn voor vernieuwing en innovatie. Als we argwaan tegen de motor in de auto hadden laten prevaleren, dan reden we nu nog rond met paard en wagen.”
Daarover gesproken: in eenmanskantoren ziet Boellaard ook een soort paard en wagen. “Met zoveel eenmanskantoren is het notariaat kwetsbaar. Hoe kun je als notaris in je eentje de juiste juridische antwoorden blijven bieden in een steeds complexer wordende wereld, invulling geven aan het ondernemerschap, meedoen met innovaties en bovendien een goede en interessante werkgever zijn? Kijk naar de artsen en accountants: ook zij kruipen bij elkaar. De relevantie van de notaris staat op het spel als we niets doen.”
Laatste punt van orde is het tuchtrecht. Dat zorgt volgens Boellaard in het notariaat voor ‘een groot gevoel van ongemak’, ook onder jonge aanwas. “Klachten worden regelmatig ingediend zonder enige vorm van zelfreflectie. En het kost vaak buitensporig veel tijd. Ik heb de oplossing ook niet direct voorhanden, maar ik denk dat de tuchtrechter vaker de moed moet opbrengen om zaken ambtshalve af te doen. Daarnaast denk ik dat er in de opleiding van notarissen meer aandacht moet komen voor de omgang met klachten, én het voorkomen daarvan.”
*Westport Notarissen fuseert per 1 januari 2025 met Hermans & Schuttevaer Notarissen en heet dan Westvaer.
De vernieuwer
Marieken Selderijk van online notariële dienstverlener NuNotariaat – gestart in 2013, 45 aangesloten notariskantoren, 100.000 gepasseerde aktes sinds de oprichting, uitsluitend familierecht – sluit zich aan bij Boellaard: “Digitalisering is de crux. Notarissen die nu nog zelf standaard aktes zitten te copy-pasten: het is niet meer van deze tijd. Digitalisering is ook hét antwoord op het tekort aan mensen in het notariaat, aldus de voormalig advocate. En het maakt het werk veel leuker.”
Een grote maar: het gebrek aan medewerking vanuit de KNB. “Wij zijn al ruim tien jaar bezig, maar worden nog altijd gezien als buitenstaanders. Het zou goed zijn om met ons het gesprek aan te gaan, te horen hoe we het doen en waarom dat zo goed werkt. Wij zijn een deel van de oplossing van de enorme drukte in het notariaat, we zijn geen bedreiging. En let wel: onze klanten eindigen met onze modellen altijd aan tafel bij een aangesloten notaris die de aktes controleert en goedkeurt. De kwaliteit en rechtszekerheid zij n dus gewaarborgd.”
Bij NuNotariaat aangesloten notarissen verdienen weliswaar minder per akte, maar ze hebben er ook minder werk aan. De intake gaat helemaal digitaal. “Zo kunnen we meer mensen aan een akte helpen. Dat perspectief missen wij wel in het notariaat: het gaat uiteindelijk om de klant die gewoon een testament, een samenlevingscontract of een verklaring van erfrecht nodig heeft. Snel, en tegen een redelijke prijs.”
De bestuurder
KNB-voorzitter Annerie Ploumen – tevens notaris bij Van Doorne – herkent de opmerkingen van de voorgaande sprekers, maar nuanceert ze ook. Zo is de krapte op de arbeidsmarkt relevant voor de hele juridische sector, niet alleen voor het notariaat, en gaat het wel degelijk hard met de digitalisering in het notariaat. “Daar wordt juist heel hard aan gewerkt.”
Dat neemt niet weg dat actie op het punt van de aantrekkelijkheid van het vak van notaris wel nodig is. “We hebben met de KNB het strategische programma ‘futurepro(o)f’ opgezet. Het vak moet aantrekkelijker worden voor jonge mensen, we willen dat ze weer warmlopen voor het notariaat. Dat doe je onder meer door in het onderwijs meer te focussen op het advieswerk van notarissen. Het gaat al lang niet meer alleen om het passeren van aktes.”
De kritiek op het tuchtrecht kent ze ook, maar ook op dat punt is relativering geboden. “Tucht en toezicht horen erbij, daar valt niet aan te ontkomen. Maar het is niet zo dat je meteen wordt neergesabeld bij een fout. Je mag als notaris fouten maken, maar je moet er wel van leren. Veel klachten worden zonder maatregelen afgehandeld, en het aantal tuchtzaken is op dit moment juist aan het dalen.”
Geen relativering als het gaat om de eenpitters: Ploumen is het niet eens met de stelling dat solisten in deze tijd niet meer kunnen. “Waar het om gaat is of kantoren kwaliteit kunnen leveren. En ik ken heel veel eenpitters in het notariaat waar de kwaliteit prima op orde is. We kunnen en willen ze als KNB ook niet dwingen om samen te werken. Dat neemt niet weg dat we samenwerking wel toejuichen waar dat wel wenselijk is. We zijn als KNB ook actief bezig om notarissen die daar behoefte aan hebben, aan elkaar te koppelen.”
Punt van zorg blijft de komende jaren de veiligheid van notarissen als gevolg van hun rol als poortwachter. De naam van de notaris kan in een strafdossier terecht komen als hij een ongebruikelijke transactie meldt. “Dit is geen nieuwe discussie, maar we blijven er wel aandacht voor vragen. Er moet actie worden ondernomen als er signalen zijn dat een notaris in gevaar dreigt te komen, bijvoorbeeld in de vorm van beveiliging. Daar zitten we bovenop.”
De KNB wil ook dat notarissen elkaar kunnen waarschuwen voor cliënten met minder goede bedoelingen. “Ik noem het een grijze lijst, je kunt die cliënt geen definitief stempel op zijn hoofd drukken. Maar je moet als notarissen onder elkaar wel kunnen zeggen: pas op, extra waakzaamheid geboden!”