Na zes jaar managing partnerschap van Clifford Chance Amsterdam werd Bas Boris Visser begin 2015 benoemd tot Global Head Innovation and Business Change van het kantoor. Het eerste jaar was er een van verkenning en discussie, al werden er reeds enkele concrete pilots en projecten gelanceerd, waaronder de introductie van nieuwe juridische rollen. “Functies voor beginnende advocaten zullen veranderen.”
Door Joris Rietbroek
Ja, zijn innovatieboodschap wordt soms met enige scepsis ontvangen, vooral door oudere partners. Gelukkig is Visser niet vies van een gezonde discussie. “Kijk, advocaten schieten van nature een gat in elk idee dat ze voorgeschoteld krijgen. Een goede eigenschap voor een advocaat, alles ter discussie stellen hoort bij het vak. Maar zie je de advocatuur ook als een business, dan moet je kunnen denken op een manier die de business vooruit helpt. Prima dus dat je ergens een gat in schiet, maar bedenk dan ook hoe dat gat te dichten.”
Het eerste jaar in zijn nieuwe functie was naast inspirerend een groot leermoment, vertelt Visser. “Het onderwerp ‘innovatie’ is immers heel breed: het behelst alles dat nieuw is en waarde toevoegt. Het eerste jaar heb ik daarom vooral gebruikt voor afbakening: wat betekent innovatie voor ons als internationaal kantoor en waar richten we ons op? Meerwaarde bieden voor de cliënt, dat moet het uitgangspunt zijn.”
Bij deze afbakening en de missie om neuzen van partners wereldwijd dezelfde kant op te krijgen, speelde de ‘waarom?’-vraag een cruciale rol. “Want waarom zou een kantoor dat het in wezen hartstikke goed doet moeten innoveren?” verwoordt Visser de vraag die hij veelvuldig kreeg. “De economie leeft op, we hebben veel werk, dus waarom doen we dit? What’s the fuzz about?”
Welke Clifford Chance-vestiging Visser ook bezoekt, hij heeft één antwoord op die vraag: “Fantastisch dat het nu goed gaat, maar juist vanuit deze kracht moeten we weten wat er om ons heen gebeurt en ons afvragen wat dit betekent voor de toekomst, zeker als je ziet hoe snel de wereld verandert. In dat opzicht is het startpunt van de advocatuur eigenlijk beroerd. We beginnen nu pas echt na te denken over innovatie en of het wel nodig is, terwijl onze cliënten al jarenlang niets anders doen.”
Bovendien hebben die cliënten tegenwoordig meer credible alternatieven om uit te kiezen dan grofweg tien jaar geleden. “Ik praat veel met cliënten over wat zij waarnemen en wat dit voor hen en voor ons als internationaal kantoor betekent,” schetst Visser. “De druk bij bedrijven om de juridische kosten te verlagen is hoog, terwijl zij met complexere juridische issues bij ons komen. More for less dus. Disruptors als accountantskantoren of technologiebedrijven die juridische diensten aanbieden, kunnen al deels aan de vraag van cliënten voldoen. Een cliënt kan uiteraard denken: ‘waarom zou ik een deel van die werkzaamheden niet bij zo’n nieuwe speler onderbrengen?’ Soms geef ik ze daarin gelijk, soms moeten we dat zien te voorkomen.”
Nieuwe juridische rollen
De Amsterdamse vestiging opereert van nature al iets vooruitstrevender dan Clifford Chance wereldwijd, zegt Visser, die zelf van 2009 tot 2015 managing partner was. Dan gaat het bijvoorbeeld om als innovatief bestempelde projecten die draaien om het welzijn van de medewerkers. Zo werkte de Amsterdamse vestiging samen met Life Guard, een organisatie die Olympische sporters inzet om bedrijven helpen met vragen op het gebied van het energy management van werknemers. “Zo’n topsporter met een gouden medaille op zak geeft bijvoorbeeld mee dat je niet altijd kunt pieken,” zegt Visser. “Je ziet in de advocatuur nog steeds weinig dat hier uitgebreid bij stil wordt gestaan. Toch is het een voorbeeld van innovatief omgaan met ziekteverzuim, waar we inmiddels kantoorbreed anders naar zijn gaan kijken.”
Verder springt de creatie van nieuwe juridische rollen in het oog. Zo nam Clifford Chance Amsterdam onlangs twee ‘algorhythmisation experts’ aan, zoals Visser ze noemt. “Chique woorden voor advocaten die software kunnen coderen, en die zijn vrij zeldzaam. Zij ontwikkelen met cliënten ingewikkelde templates voor standaarddocumentatie, die cliënten vervolgens in-house op een veilige manier kunnen gebruiken, zonder dat juristen steeds weer alles moeten invullen. Wij plaatsen deze templates in de cloud, cliënten nemen hiervoor licenties af voor gebruik. Zo vervullen we een toenemende behoefte van cliënten bij de reorganisatie van hun juridische afdelingen.” De pilot in Amsterdam sloeg aan, enkele banken namen al licenties af, waarna dit model momenteel wordt uitgerold in Londen.
Een andere nieuwe rol bij Clifford Chance is die van de transaction manager. “Advocaten zelf hebben niet zo de neiging om onderling te bepalen wie op welke positie de meeste waarde toevoegt,” stelt Visser. “Het is daarom efficiënter om een goede projectmanager dit te laten bepalen. Dat werkt ontzettend goed; wij kunnen zo veel efficiënter ons werk afleveren aan de cliënt.” Een transaction manager hoeft bovendien niet per se advocaat te zijn. “Het is een ideale functie voor mensen die zich wel prettig voelen in de advocatuur, maar die dit willen combineren met andere prioriteiten of genoeg vrije tijd.”
E-discovery software
Op technologisch vlak is recentelijk de documentatie op kantoor nog verder geautomatiseerd. Er wordt ook scherper ingezet op E-discovery software, waarmee razendsnel duizenden pagina’s aan documenten kunnen worden doorzocht, bijvoorbeeld in het kader van grote onderzoeken. “We zien nu ook dat er vergelijkbaar functionerende software in opkomst is voor bijvoorbeeld due diligence projecten,” zegt Visser. “De tijd dat je tientallen jonge advocaten in een dataroom parkeerde om relevante informatie op te sporen is immers voorbij. Als je dit nog voorstelt terwijl er software beschikbaar is, hollen je cliënten bij wijze van spreken weg.” En natuurlijk is er Watson van IBM, zo’n ‘ontwikkeling die ontzettend spannend klinkt’, vindt Visser. “Daar willen we dicht op zitten. Niet dat we volgend jaar Watson op ons bureau hebben staan, maar we willen niet op een ochtend wakker worden en ontdekken dat andere kantoren het opeens hebben.”
Maar gaat geavanceerde software op den duur niet ten koste van arbeidsplaatsen voor beginnende advocaten? Visser denkt van niet. “Ik zie zulke ontwikkelingen vooral als een verbetering van de kwaliteit van hun werk. Zij kunnen dan het interessanter werk gaan doen. Je bent uiteindelijk toch geen advocaat geworden om weken opgesloten te zitten met een stapel documenten. Dat technologie nog verder gaat oprukken, is een gegeven. Dus heb je altijd mensen nodig die hiermee om kunnen gaan, die zowel technische als legal skills kunnen combineren. En die krijgen straks een interessantere baan. Er zullen niet minder banen voor advocaten zijn, er zullen meer verschillende rollen ontstaan, waarvan ik net al voorbeelden noemde.”
Hoe belangrijk die innovaties stuk voor stuk zijn, uiteindelijk blijft de business natuurlijk draaien om de meest innovatieve oplossingen in juridische zin, onderstreept Visser. “Dat blijft ons belangrijkste selling point. Cliënten zullen nooit naar Clifford Chance komen omdat we opeens zo efficiënt werken. Maar we zullen beslist cliënten verliezen als we niet genoeg aandacht besteden aan efficiency.”
Tijdens Advocatie Live! op dinsdag 15 maart gaat Bas Boris Visser in debat met Jaap Bosman (ex-Houthoff Buruma, auteur Death Of A Law Firm) en Frederieke Leeflang (oud-bestuursvoorzitter Boekel) over de toekomst van het advocatenkantoor. Ook kiezen bezoekers van Advocatie Live! de meest gewaardeerde advocaat en zijn er via masterclasses 4 PO-punten te behalen. Klik hier voor meer informatie over het programma en om u in te schrijven.