Robert van Agteren (foto), partner dispute resolution bij Baker McKenzie Amsterdam, is de zogeheten President’s Award toegekend door internationale non-profit misdaadbestrijdingsorganisatie Crime Stoppers International (CSI). Van Agteren wordt hiermee bedankt voor het leiden van de pro bono-zaak rondom het herstructureren van CSI.
De non-profit misdaadbestrijder reikt ieder jaar awards uit, net als vorig jaar dit jaar online. De President’s Award wordt daarbij uitgereikt door – hoe kan het ook anders – de president van CSI; momenteel Sharon Hanlon.
De prijs is een waardering voor een persoonlijke bijdrage die de organisatie heeft geholpen met haar visie, missie of doelen. Dit jaar wordt Van Agteren beloond voor zijn werkzaamheden. Samen met onder meer Baker McKenzie-partner Daniëlle Pinedo adviseerde hij CSI pro bono, waardoor de wereldwijde non-profitorganisatie na een uitdagende periode zich weer op haar kerntaken kan richten.
Interculturele problematiek
“CSI is eigenlijk een soort netwerk van internationale misdaadbestrijdingsorganisaties. De Nederlandse afdeling is daarbij de spin in het web: hier worden alle landenvestigingen aan elkaar geknoopt,” vertelt Van Agteren, die zijn twee jaar durende werk voor CSI desgevraagd verduidelijkt. “Deze afdeling liep aan tegen issues, vooral op financieel vlak. Ze hadden bijvoorbeeld te maken met problemen met contracten, maar vooral met krapte in de cashflow. Dit was op een bepaald moment zó spannend dat we serieus hebben gekeken naar het aanvragen van een faillissement.”
Van Agteren en zijn team wisten de financiële problemen echter glad te strijken en een faillissement af te wenden. Daarbij kwam Van Agteren – na contact met de Nederlandse directeur – ook in aanraking met het internationale bestuur van CSI, waaronder met president Hanlon. “Met haar en het bestuur heb ik uitvoerige gesprekken gevoerd. Daaruit bleek dat het achterliggende probleem van de financiële problematiek in feite was dat zij niet genoeg grip hadden op hun organisatie,” aldus de prijswinnende advocaat. “CSI is een parapluorganisatie met afdelingen verspreid over verschillende continenten en landen. Het is ingewikkeld om dat governance-technisch goed te laten verlopen. Daar heb ik me vervolgens dan ook op gefocust.”
Volgens Van Agteren was uiteindelijk het gros van het werk de herinrichting van de organisatie. De advocaat-partner werkte daarvoor samen met crediteuren, accountants en de belastingdienst, en daarnaast werd er afscheid genomen van de directeur in Nederland. Ook het overbruggen van cultuurverschillen speelde een essentiële rol, stelt Van Agteren. “Bij zo’n internationale club als CSI zijn allerlei nationaliteiten actief. Hoewel iedereen Engels spreekt, zorgt dat toch voor cultuurverschillen: mensen begrijpen elkaar soms niet waardoor problemen ontstaan, dat weten we bij een internationaal kantoor als Baker McKenzie als geen ander. Die disconnectie zag je ook bij de directeur van de Nederlandse vestiging, die zelf niet afkomstig was uit Nederland. We hebben daarom – naast het aanpakken van operationele problemen – bewustwording hierover gecreëerd bij CSI zodat zij hier meer rekening mee kunnen houden, en de organisatie beter staat.”
Helder, doordacht en uitgebreid
Financiële, operationele en interculturele problematiek: Van Agteren en zijn team wisten soelaas te brengen, tot tevredenheid van CSI en haar president Sharon Hanlon. “In de afgelopen twee jaar heeft Robert onze organisatie door een aantal uiterst uitdagende corporate governance en operationele kwesties geleid,” zegt zij. “Zijn heldere, doordachte en uitgebreide raad, en zijn enorme geduld in de omgang met een organisatie onder leiding van een internationale raad van bestuur, verdeeld over zes verschillende continenten en met verschillende tijdzones, verschillende culturen en verschillende talen, zijn ronduit uitstekend geweest.”
Hanlon en consorten werden een aantal jaar eerder ook al door Baker McKenzie bijgestaan in een zaak rondom privacywetgeving. Dat was de opmaat voor de latere samenwerking die nu bekroond is met de President’s Award. “De herstructureringszaak voor CSI is via het Baker McKenzie-netwerk tot mij gekomen. Het was ons bekend dat CSI kampte met problemen, maar de zaak had veel verschillende kanten en niemand wist precies wat ze ermee aan moesten. Vaak belandt zo’n casus dan op mijn bord,” sluit Van Agteren lachend af.