Een mens moet zichzelf af en toe eens durven te verwennen. En omdat ‘open rijden’ zonder twijfel tot de grotere genoegens des levens behoort, is de aanschaf van een cabriolet alleszins verdedigbaar. Helaas is daarbij de scheidslijn tussen ‘levensgenieter’ en ‘poseur’ flinterdun, hetgeen de keuze er niet eenvoudiger op maakt.
Door Ewoud Hallebeek
Laten we er geen doekjes om winden: er zijn maar weinig dingen waar het zó makkelijk fout kan gaan als bij de aanschaf van een cabriolet. Voor je het weet zit je als succesvol ondernemer in een Mazda MX-5, terwijl die – en dat wist u eigenlijk best – uitsluitend bedoeld is voor pensionado’s met elektrische unisex-fietsen. Of u vindt uzelf terug in een durf-toch-eens-groot-te-denken open Amerikaan, waarvan het gros der omstanders blijkt te denken dat u die bekostigd heeft dankzij de succesvolle exploitatie van een aantal leden van het beter gelukte deel van de mensheid.
Een klassieker dan maar? Daarmee loop je nauwelijks de hiervoor genoemde gevaren, maar is – in kwalitatief opzicht – over het algemeen een verre van betrouwbare investering. Bovendien horen bij ‘jezelf verwennen’ ook de geneugten van modern comfort en hedendaagse techniek. En daarover gesproken: inklapbare stalen daken dient u te allen tijde te vermijden – een echte cabriolet heeft een stoffen kap. Mensen in een CabrioCoupé zijn van het type ‘wel willen, maar niet durven’. Met die humorloze compromiszoekers wenst u niet geassocieerd te worden.
Waarmee we maar willen zeggen dat het allemaal nogal nauw luistert, qua cabrio. Toch doet ook hier de aloude dichtregel ‘Een mens lijdt dikwijls het meest door het lijden dat hij vreest’ opgeld, want uiteindelijk is het ook weer niet zó ingewikkeld. U bent inmiddels het niveau van my first cabrio wel ontstegen, zodat open Golfjes en Mini’s afvallen. Leuk voor uw dochter, voor uzelf mag het wel iets volwassener en iets meer premium. Zonder daarbij te vervallen in exoten uit Zuffenhausen of Maranello, want het moet allemaal wel een beetje leuk blijven.
En praktisch, opdat een weekje Milaan niet bij voorbaat tot de onmogelijkheden behoort vanwege het gebrek aan bagageruimte. Met dat in het achterhoofd belandt u haast als vanzelf bij ‘de grote drie’ uit Duitsland. Die elkaar haarscherp in de gaten houden, zodat de keuze uiteindelijk om het even is. Kwestie van smaak. Waarbij wij het ons prima kunnen voorstellen dat u uw oog laat vallen op de vorig jaar ingrijpend gefacelifte Mercedes E-klasse Cabriolet.
Majestieus voortsuizen
Maak overigens niet de vergissing te denken dat deze cabriolet de resultante is van een simpele onthoofding van de vierdeurs sedan. De E-cabriolet staat op het onderstel van de C-klasse, die een 11 cm kortere wielbasis heeft. De E-cabrio is dan ook een kleine 20 cm korter dan de E-sedan en dat verklaart meteen waarom het – in tegenstelling tot wat ‘Das Haus’ zelf beweert – geen vierzitter is. Op zijn best is het een 2+2, maar eigenlijk is ook die typering nog teveel eer.
Wat verder natuurlijk niets afdoet aan het Grote Genieten dat deze Duitser biedt. Wij reden met de E400 (biturbo V6, 333 pk) en daarmee is het waarlijk majestueus voortsuizen.
En dan te bedenken dat er ook nog een E500 is (4.7 V8, 408 pk), ofschoon die wellicht een beetje zijn doel voorbij schiet. De lol van open rijden zit hem immers juist in het in alle rust en luxe genieten van het royale uitzicht en de zon op het schedeldak. Kanongebulder en opzichtig vertoon van spierkracht leidt in dat opzicht eerder af dan dat het iets toevoegt aan het genoegen. Welbeschouwd volstaan de 184 pk van de instap-E200 ruimschoots, maar dat is een viercilinder en gevoelsmatig toch een beetje ondermaats.
Ons advies: de 252 pk-sterke E300. Dan heeft u meteen ook die heerlijke zeventraps automaat te pakken. En omdat het uiteindelijk allemaal om verwennen gaat, vinkt u op de optielijst ook het comfortpakket (€ 1.271) aan, bestaande uit de ‘Airscarf’ en de ‘Aircap’. De eerste zorgt ervoor dat, met een druk op de knop, warme lucht uit de hoofdsteun op uw schouders wordt geblazen. De tweede is een snelheidsafhankelijke spoiler bovenop de voorruit, die ervoor zorgt dat de luchtstroom zoveel mogelijk over de hoofden van de inzittenden wordt geleid. Een windscherm achter de hoofdsteunen dient als spreekwoordelijke kers op de taart.
De stilste
Natuurlijk is de gevoerde stoffen kap (naar keuze in zwart, donkerblauw, donkerbruin of rood) elektrisch bediend. Volgens Mercedes-Benz is de E zelfs de stilste cabriolet aller tijden. Dat is nogal een bewering, maar feit is dat met gesloten dak er niets aan herinnert met een open auto onderweg te zijn. Het comfort is onder alle omstandigheden subliem en het afwerkingsniveau is boven iedere twijfel verheven.
De besturing is nauwkeurig en lekker ‘vlezig’, maar ook tamelijk afstandelijk. De E-cabrio betrekt je niet of nauwelijks bij wat zich onder de wielen afspeelt. In feite laat je je in deze auto rijden. Daarom: vergeet het optionele AMG-sportpakket en neem, met de drie mille die u daarmee bespaart, een weekje uw intrek in het Bulgari hotel in Milaan. Aan de bagageruimte zal het niet liggen.
De E-klasse Cabriolet is verkrijgbaar vanaf € 52.500. Dieselen kan vanaf € 56.300.
Ewoud Hallebeek (1966) werkt, na de verkoop van zijn notarispraktijk, sinds 2009 voor Sdu Uitgevers. Daarnaast is hij sinds 1995 werkzaam als freelance autojournalist. Van zijn hand verschenen inmiddels honderden artikelen in diverse autotijdschriften. Zijn eigen autohistorie is tamelijk divers, van Mazda MX-5 tot Lancia Delta Integrale Evo en van Alfa Romeo Giulia tot Audi S4, ofschoon een lichte voorkeur voor klassiekers valt te bespeuren.