Maten in een maatschap kunnen persoonlijk worden aangesproken door een cliënt wegens gemaakte beroepsfouten, ook al heeft die cliënt een contract gesloten met de maatschap. Dat heeft de Hoge Raad vorige week vrijdag beslist. ‘Anders dan het hof [Amsterdam, red.] overweegt, volgt uit het feit dat met de maatschap is gecontracteerd, niet dat de maatschap in rechte moet worden betrokken,’ aldus de Hoge Raad.
De eiser in deze zaak kon volgens de Hoge Raad er voor kiezen om de individuele maten te dagvaarden, en ook ‘om deze aan te spreken wegens persoonlijke aansprakelijkheid uit anderen hoofde dan hun lidmaatschap van de maatschap’.
Punt van nader onderzoek wordt of de eiser de individuele maten kon dagvaarden enkel en alleen op grond van de vermelding van hun namen op het briefpapier van het advocatenkantoor. Het Hof Amsterdam meende dat vermelding van de namen op het briefpapier ‘onvoldoende is om tot persoonlijke aansprakelijkheid te concluderen’. De Hoge Raad zegt dat het gerechtshof Den Haag, waarnaar de zaak wordt verwezen, dit indien nodig alsnog moet onderzoeken.