Voor de vierde keer op rij keldert de Law Firm Financial Index (LFFI). De Amerikaanse index is tijdens het tweede kwartaal van 2022 gezakt tot 36 punten; de laagste indexering ooit. Zelfs de kredietcrisis van 2008 zorgde niet voor zulke lage cijfers.
Een instorting van de juridische markt in de Verenigde Staten lijkt, wanneer je het onderzoek van onderzoeksbureau Thomson Reuters bekijkt, te naderen, maar de onderzoekers bieden gelukkig een meer genuanceerd perspectief. Zo zou de lage score van het tweede kwartaal te maken hebben met stijgende kosten van de kantoren. Met name de overheadkosten zouden flink gestegen zijn de afgelopen maanden. Deze gingen onder andere omhoog door de massale terugkeer naar het kantoor nadat men tijdens de piek van de coronapandemie grotendeels thuis ging werken. Ook hebben de Amerikaanse kantoren te maken met de hoge inflatie momenteel. Hierdoor zijn ook de directe kosten, zoals de salarissen van werknemers, omhoog gegaan.
Krimpende transactiepraktijk
De vraag kon het in Q2 daarom niet winnen van de stijgende kosten zoals voorheen wel het geval was. Het waren vaak de transactionele praktijken – fusies en overnames, vastgoed- en fiscaal recht – die de krimpende vraag naar niet-transactionele praktijken compenseerden. In Q2 nam ook de groei van de transactiepraktijk echter af, waardoor de gehele markt kromp.
De algehele juridische markt is volgens Thomson Reuters, ondanks de grimmige cijfers, niet in gevaar. Het aantal gefactureerde uren bleef bijvoorbeeld stabiel, en de investeringen in legal tech bereikten het hoogste punt in tien jaar tijd. Techinvesteringen zijn normaal gesproken erg crisisgevoelig, wat de onderzoekers laat concluderen dat het wel goed zit met het welzijn van de juridische sector. Het hoge aantal investering zou een teken zijn dat kantoren hun blik richten op de lange termijn, en zich weinig zorgen maken om de tegenvallende resultaten van het tweede kwartaal.