Een voormalig rechtenstudent aan de Universiteit Leiden is maandag in hoger beroep alsnog veroordeeld voor de bedreiging van de oud-voorzitter van de Examencommissie, Arthur Elias. De 46-jarige man van Iraanse afkomst heeft een taakstraf van zestig uur gekregen. De Haagse rechtbank sprak hem in augustus 2014 nog vrij wegens gebrek aan onomstotelijk bewijs.
Elias ontving van augustus 2012 tot en met april 2013 meerdere dreigbrieven met hierin zinsneden als ‘Dit is dan mijn laatste woord …. Door kogels doorboord … In bloed gedoopt … Zoals ik had gehoopt’, ‘Don’t fuck with me, ik ga keihard terug slaan, ik maak jouw kutleven kapot’ en ‘Vanaf maandag is universiteit Leiden jouw begraafplaats’.
De Iraanse man kwam bij de politie in beeld omdat hij van de examencommissie kort voor de bedreigingen een negatief bindend studieadvies had gekregen. Hoewel de verdenkingen tegen hem volgens de rechtbank ernstig waren, werden er geen vingerafdrukken van hem aangetroffen op de brieven en waren de gebruikte postzegels niet onderzocht op DNA. De rechter sprak hem daarom vrij.
Het Gerechtshof Den Haag vernietigt dit vonnis nu ten dele en vindt wel overtuigend bewezen dat de man in ieder geval in twee brieven vol lelijke verwensingen heeft ‘bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht’. In een van de brieven wordt namelijk specifiek verwezen naar de dag waarop de behandeling van een hoger beroep over zijn studieadvies zou plaatsvinden. Verder is op de postzegels op beide brieven alsnog het DNA-profiel van de man gevonden.
‘De verdachte heeft niet alleen gevoelens van angst en onveiligheid bij het slachtoffer teweeggebracht, maar tevens op grove wijze inbreuk gemaakt op diens persoonlijke levenssfeer’, oordeelt het hof. Van het schrijven van de overige dreigbrieven spreekt het hof hem wel vrij; de oud-student krijgt hiermee een taakstraf van zestig uur, waarvan twintig uur voorwaardelijk. Ook moet de man uit de buurt van de woning van Elias blijven. De advocaat-generaal had tachtig uur werkstraf en een voorwaardelijke celstraf van een maand geëist.