Minister Dekker maakt toch nog meer geld vrij voor de sociale advocatuur: 36,5 miljoen euro (incl. BTW) in zowel 2020 als 2021, ofwel 73 miljoen euro. Dat werd vrijdag besloten in de ministerraad. De vergoedingen voor advocaten gaan hierdoor vanaf het nieuwe jaar omhoog, van 108 naar 121 euro per punt. De NOvA roept nu op om de piketstaking in januari af te blazen.
Door Joris Rietbroek
Vorige week donderdag verlieten advocaten nog massaal uit frustratie een algemeen overleg tussen de Tweede Kamer-commissie voor Veiligheid en Justitie en minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker. Die benadrukte toen voor de zoveelste keer dat het geen optie was om snel extra miljoenen in de sociale advocatuur te steken. Voordat de vergoedingen omhoog kunnen gaan, moet eerst het hele rechtsbijstandsstelsel op de schop, luidde zijn boodschap opnieuw. En dat duurt nog tot zeker 2024.
Afgelopen week moet er iets zijn gaan dagen bij de minister, blijkt uit zijn brief aan de Tweede Kamer van vrijdag. ‘In vele gesprekken met advocaten is het mij steeds duidelijker geworden dat voor veel sociale advocaten de rek er echt uit is,’ schrijft hij. ‘Ik begrijp dat de frustratie is opgelopen, omdat er nog geen zicht was op hogere vergoedingen op de korte termijn.’
Dat uitzicht is er een week verder kortom opeens wel: voor 2020 en 2021 is er jaarlijks zo’n 36,5 miljoen euro beschikbaar ‘om de sociale advocatuur gesterkt de overgang naar een nieuw stelsel te laten maken,’ aldus Dekker. ’Van het totaalbedrag van 73 miljoen euro (zo’n 60 miljoen euro zonder BTW) is 45 miljoen toegevoegd aan de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Verder is 15 miljoen afkomstig uit de voorziene onderuitputting op het rechtsbijstandsbudget in 2019 en wordt de overige 13 miljoen ingepast in het meerjarige programmabudget voor de stelselherziening.
In de praktijk gaan toevoegingsadvocaten vanaf 2020 een tijdelijke toelage van 10,88 euro per toevoegingspunt ontvangen (excl. btw) voor de eerste 1500 punten per jaar. Deze toelage komt bovenop de jaarlijkse indexatie. In 2020 stijgt het huidige punttarief van 108,57 euro naar 110,62 euro. Voor de eerste 1500 punten stijgt het tarief dan tot 121,50 euro.
Overigens wordt het jaarlijkse budget van circa 400 miljoen euro voor de gefinancierde rechtsbijstand hiermee niet overschreden. In de afgelopen jaren was er juist budget over, waardoor er nu de komende twee jaar ruim 70 miljoen euro naar de sociale advocatuur kan.
NOvA terug in topoverleg
Zowel de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) als de specialisatieverenigingen steunen de manier waarop het extra geld wordt ingezet, aldus de minister. De NOvA bevestigt dit in een eigen bericht, en keert tevens terug in het topoverleg over de stelselherziening. ‘Hiermee wordt de oproep van de NOvA uit de ‘brandbrief’ van begin september gehonoreerd,’ schrijft de orde in een reactie. ‘De oproep is herhaald in de petitie die vorige week voorafgaand aan een debat in de Tweede Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming is aangeboden. […] Wij menen dat met deze tijdelijke maatregel tegemoet gekomen is aan de noodvoorziening waarom is verzocht.’
Advocaat Robert Malewicz (Cleerdin & Hamer), die in oktober (piket)collega’s opriep om de eerste twee weken van januari 2020 als verhinderdata, reageert op Twitter tevreden over deze voorlopige afloop, maar toont zich nog steeds strijdbaar: ‘Hiermee is de acute nood voor nu geledigd en de staking afgewend. We blijven strijden om de aanbevelingen van de Commissie Van der Meer ingevoerd te krijgen.’ Deze commissie concludeerde in 2017 dat de sociale advocatuur structureel 127 miljoen euro extra per jaar nodig heeft om te blijven functioneren.
‘We zijn er nog lang niet, maar de eerste problemen zijn hiermee tijdelijk opgelost,’ zo reageert Jeroen Soeteman, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA). ‘Het volgende doel is een solide fundering leggen voor gefinancierde rechtsbijstand, conform de conclusie van de door het kabinet ingestelde Commissie Van der Meer.’
Reacties op het besluit van de minister: ‘Hoezo zijn we ineens zo tevreden?’