Een flexibele schil kan ook heel nuttig zijn voor kleine advocatenkantoren, bijvoorbeeld om tijdelijke groei in de hoeveelheid werk op te vangen zonder meteen op te schalen in het aantal werknemers. Dat stelt Aladár Bleeker, partner business development en client relations bij Rutgers & Posch, in aanloop naar de Dag van de Ondernemende Advocaat. Op 24 november aanstaande spreekt hij over het onderwerp: hier alvast een tipje van de sluier.
Bleeker, onder meer verantwoordelijk voor het opzetten van de flexibele schil van Rutgers & Posch (inmiddels 25-30 man/vrouw groot), denkt dat kantoren goed moeten nadenken over de raison d’etre van de flexibele schil. “Is die flexibele schil primair in het belang van het kantoor, of primair in het belang van de cliënt? Wat je nu soms ziet, is dat kantoren voor flexkrachten dezelfde prijs in rekening brengen als voor eigen mensen. Daar is op zich niets op tegen, maar doe het dan niet voorkomen alsof het voor de cliënt zo aantrekkelijk is.”
Rutgers & Posch hanteert bewust lagere tarieven voor de juristen in de flexibele schil. “De flexibele schil is bij ons echt een extra propositie voor de cliënt. Wij hebben het niet uitsluitend opgezet als een verdienmodel, maar primair om een extra service te verlenen aan onze cliënten. Daar komt bij dat de flexibele schil voor de daartoe behorende juristen ook echt flexibel is: wij eisen van hen geen exclusiviteit. Ook dat is bij sommige kantoren anders.”
Zoals eerder opgemerkt denkt Bleeker dat de flexibele schil ook voor kleine kantoren van belang kan zijn. Je kunt daarmee tijdelijke groei in de hoeveelheid werk opvangen of dienstverlening aanbieden op rechtsgebieden die je niet zelf in huis hebt. “Maar ook voor kleine kantoren geldt: voor de grootste kans van slagen, weet dan precies wat je doel is met de flexibele schil.”
De Dag van de Ondernemende Advocaat: 24 november! 2PE-punten NOvA
Klik hier voor een korte introductie van de sprekers
Lees ook Advocatie Magazine: De flexibele schil, nooit meer nee verkopen