Het Afrikaanse continent, dat nu even de aandacht van de hele wereld op zich gericht weet vanwege het WK, biedt volgens Clifford Chance-partner Pieter van Welzen grote en structurele kansen voor Westerse advocatenkantoren. Het continent hanteert namelijk – in tegenstelling tot bijvoorbeeld India en China – oneindig veel verschillende rechtssystemen. Dat betekent veel meer juridisch werk dan in deze andere twee groeimarkten. Ook de nog altijd heersende “angst” voor Afrika is lucratief. “Angst doet mensen meer nadenken. Dat betekent structureel meer adviseerwerk.”
Door Lula Ahrens vanuit Luanda, Angola
Clifford Chance heeft banden met Angola, Ghana, Tanzania, Kenia en Nigeria – “landen waar economische ontwikkeling is”. Die landen worden verkend door uit partners en senior managers bestaande Afrika-groep van Clifford Chance. Zij zijn betrokken bij transacties in Afrika en hebben daar cliënten. Via deze Afrika-groep probeert het kantoor vertrouwd te raken met bepaalde Afrikaanse rechtssystemen. Clifford Chance werkt momenteel aan een samenwerkingsverband met een of twee lokale partners in Angola, Mozambique, Zambia, Tanzania en Ghana.
Er zijn meer Westerse kantoren actief in Afrika. DLA Piper, dat samenwerkt met kantoren in Zuid-Afrika, Egypte, Zambia, Tanzania, Kenia en Ghana, stelt dat zijn geografische dekking van het Afrikaanse continent door geen enkel ander Westers kantoor wordt geëvenaard. White & Case heeft een vestiging in Zuid-Afrika en is verder actief in Angola, Kenia, Mozambique, Nigeria en Uganda. In Portugees sprekend Afrika zijn verschillende vestigingen van Portugese kantoren te vinden. Raposo Bernardo, bijvoorbeeld, heeft vestigingen in Angola, Kaapverdië, Guinee-Bissau en Mozambique.
Toch heeft Clifford Chance volgens Van Welzen in Afrika de “voortrekkersrol”. “DLA Piper en White & Case zijn ook actief op het Afrikaanse continent, maar zij werken heel projectmatig,” zegt hij tegenover Advocatie.nl. “Ze richten zich niet, zoals Clifford Chance, structureel op zowel inward als outbound werk met oog op toekomstige ontwikkelingen. Wij doen dat wel, vanuit de gedachte dat Afrika eigenlijk ook een soort China is.”
Top 5
Van Welzen geeft een top vijf van belangrijkste Afrikaanse landen vanuit zakelijk-juridisch perspectief. “Powerhouse” Zuid-Afrika staat op nummer een. Op nummer twee staat Nigeria, “vanwege Nigeria’s grote bevolking en dito economisch potentieel, ondanks de slechte reputatie”.
Angola staat op nummer drie, gevolgd door Kenya en Tanzania. Daarnaast heeft Clifford Chance een aantal Afrikaanse landen op het oog die nu nog niet ‘hot’ zijn, maar dat mogelijk wel worden. Van Welzen noemt Soedan, “vanwege olie en gas”. “Sommigen beschouwen Khartoem als een soort Dubai in het klein, en het land is ook rijk aan andere delfstoffen.” Botswana is interessant vanwege de mijnbouw. Ook in de Democratische Republiek Congo wordt in de toekomst mogelijk lucratief. “Het is een ongelooflijk groot land, met ongelooflijk veel minerale rijkdommen. Daarom is er – ondanks de oorlog – recentelijk een Nederlandse handelsmissie heen geweest.”
Angola en Mozambique
Van Welzen spreekt vloeiend Portugees, en is daarom direct betrokken bij Angola en Mozambique. Deze landen vindt hij extra interessant, omdat er vanuit het buitenland in vergelijking minder naar wordt gekeken. “Maar je zit daar wel aan het begin van een flinke ontwikkeling. De focus van deze landen lag jarenlang op olie. Die focus verschuift nu richting constructie, infrastructuur, industrie, landbouw en toerisme. Deze landen zijn daar zeer ambitieus in.”
In Angola schieten de bouwprojecten inderdaad overal als paddestoelen uit de grond. Maar behalve buitenlandse investeerders zijn ook Angolese bedrijven over de grens willen investeren interessant voor Clifford Chance, zegt Van Welzen. Angola haalt Nigeria momenteel in als de grootste olieleverancier in Afrika. “Het land heeft het geld om die projecten te financieren. Commercieel gezien is dat zeer lucratief.”
Clifford Chance heeft in Angola een samenwerkingsverband met Faria de Bastos & Lopes Advogados (FBL), een van de grootste advocatenkantoren in de Angolese hoofdstad Luanda, en in Benguela. Van Welzen: “We organiseren samen seminars in zowel Nederland als Angola, en geven gemeenschappelijke nieuwsbrieven uit. FBL-advocaten kunnen bij ons meelopen en wij bij hen. En we kijken of we een soort scholarship op kunnen zeten voor veelbelovende Angolese studenten.” Ingewikkeld rechtssysteem
De Angolese advocaat Natacha Barradas zegt tegenover Advocatie.nl dat het samenwerkingsverband tussen FBL en Clifford Chance nog niet officieel is vastgelegd. “Maar Clifford Chance vraagt ons wel regelmatig om hulp, bijvoorbeeld bij het schrijven van een artikel. Voor FBL is deze samenwerking ook heel gunstig. We hebben hier onvoldoende opleiding op bijvoorbeeld financieel gebied.”
De samenwerking met Clifford Chance is niet exclusief, voegt ze daar aan toe: “Er kloppen regelmatig Westerse kantoren bij ons aan. Onze belangrijkste partner is een Portugees kantoor, Abreu Advogados. Met dat kantoor hebben we wel al een contract ondertekend.”
Lokaal recht
Clifford Chance staat in Angola wereldwijd opererende financiële instellingen bij, en Japanse en Europese bedrijven op het gebied van op het gebied van delfstoffen, infrastructuur en landbouw. Het advocatenkantoor heeft daarbij hulp nodig van FBL. “Men heeft bij dit soort projecten en transacties uiteraard te maken met lokaal recht en lokale vergunningen. Een groot deel daarvan is koloniaal recht, maar het land heeft ook een Marxistisch systeem gehad. Sinds een paar jaar is Angola juist heel kapitalistisch bezig. Het is heel lastig om vanuit Nederland over zo’n ingewikkeld rechtssysteem te adviseren; lokale partners zijn daar veel beter in. Zij beschikken over de meest actuele kennis en ervaring.”
Van Welzen was twee weken geleden nog in Angola in het kader van een Nederlandse handelsmissie. Hij bezoekt het land ongeveer eens per twee maanden. De volgende reis naar Luanda staat gepland voor oktober. “Als het goed is wordt de samenwerking met BFL rond die tijd geformaliseerd.”