Het Openbaar Ministerie wierp voor het weekend bij monde van Officier van Justitie Vincent Leenders een knuppel in het hoenderhok. Dat ‘verouderde’ en ‘doorgeschoten’ verschoningsrecht van advocaten en notarissen mag wel eens worden ingeperkt, zei hij in een gesprek met het Financieele Dagblad. Zowel de Orde van Advocaten als de KNB stellen vol overtuiging dat zo’n inperking helemaal niet nodig is.
Het verschoningsrecht in de huidige vorm is niet alleen verouderd – ‘er is sinds 1926 niets meer aan veranderd’ – maar kent ook onduidelijke regels, vindt Leenders. Dat frustreert de aanpak van fraude en georganiseerde misdaad en werkt bovendien misbruik in de hand. Hierover wil Leenders het debat openen, nu steeds vaker zou blijken dat waarheidsvinding ‘wordt vertraagd door een onevenredig groot beroep op het verschoningsrecht om documenten buiten bereik van justitie en politie te houden’.
Ook is het Leenders een doorn in het oog dat forensisch onderzoek door advocatenkantoren hierdoor direct verschoningsgerechtigd is. Hij wordt in deze uitspraak gesteund door een vrij recente beschikking van de Amsterdamse rechtbank, die inzake een onderzoek naar Vestia bepaalde dat de op een computer van een advocatenkantoor geplaatste correspondentie niet onder het verschoningsrecht viel.
De officier van justitie pleit er verder voor dat enkel communicatie tussen cliënt en advocaat/notaris nog vertrouwelijk mag zijn; informatie van en over derden zou niet onder het verschoningsrecht mogen vallen, net als in de VS. De officier noemt zelf geen concrete voorbeelden, al zouden rechtbanken geregeld advocaten en notarissen op de vingers tikken omdat er bewijs wordt verborgen in het kader van het beroepsgeheim, zoals bij het genoemde onderzoek naar Vestia, uitgevoerd door De Brauw Blackstone Westbroek.
NOvA: uitspraken ‘teleurstellend’ en ‘onjuist’
Het OM hoopt snel in overleg te treden met de Orde van Advocaten en de KNB met het onderwerp ‘inperking van het verschoningsrecht’ hoog op de agenda. Die stellen een uitnodiging graag tegemoet te zien, terwijl AR-lid van de Nederlandse Orde van Advocaten Bert Fibbe in het Advocatenblad de uitspraken van Leenders omschrijft als ‘teleurstellend’ en ‘onjuist’.
Er zijn immers al gesprekken gaande tussen Orde en OM over de reikwijdte van het verschoningsrecht, zegt Fibbe, die stelt dat inperking van het verschoningsrecht niet nodig voor de opsporing. “Het OM kan informatie gewoon bij derden vinden. Het is wel makkelijk voor het OM om voor informatie bij een advocaat te rade te gaan. Maar wij zijn er niet voor het gemak van het OM.”
KNB: ‘al meerdere kapstokken voor OM’
Het notariaat zou wat Leenders betreft een oud eigen voorstel alsnog moeten invoeren, te weten dat het verschoningsrecht niet langer geldt als de notaris merkt dat hij is misbruikt voor fraude. Een model dat advocaten overigens ook zouden kunnen invoeren, vindt de officier. De KNB stelt in een reactie op de eigen website dit niet nodig te vinden: er is immers al de Wwft, die voor zowel notariaat als advocatuur een meldplicht bevat in het geval van fraude of ongebruikelijke transacties.
Daarbij beschikt het OM volgens de KNB over ‘meerdere kapstokken om aan de gewenste informatie te komen en is de geheimhouding al op voldoende plaatsen doorbroken’. Zo kunnen zowel justitie als de Belastingdienst informatie opvragen bij notarissen over geldstromen die via de derdengeldenrekening lopen, die zodoende al inzichtelijk zijn voor opsporingsdiensten.