Een ruim zeven jaar voortdurende soap rond de overdracht van een huis in Frankrijk is advocatenkantoor Steinz & Dijkstra in Laren op een veroordeling tot betaling van ruim 80.000 euro schadevergoeding komen te staan. Dat blijkt uit een onlangs gepubliceerde uitspraak van de Amsterdamse Rechtbank van eerder deze zomer.
Door Joris Rietbroek
Steinz & Dijkstra is gespecialiseerd in de begeleiding en juridische afwikkeling van onroerend goed transacties in Frankrijk. Ondanks die specialisatie ging er veel mis in het geval van de verdeling van een woning in Frankrijk na het overlijden van de eigenaar in 2003, een zaak die ongekend complexe proporties aannam, zo valt op te maken uit de uitspraak.
Het kantoor kreeg de verantwoordelijkheid om de Franse aspecten van de nalatenschap van de eigenaar te regelen, inclusief de verdeling van het huis. Een stiefdochter kreeg 25% van de woning toebedeeld, maar moest eind 2007 door de rechter worden gedwongen om de akte van verdeling – inclusief een wijziging van de tenaamstelling – te ondertekenen.
Het Larense kantoor kreeg begin januari 2008 de taak om Franse vertalingen van dit vonnis en de akte naar een door de weduwe gekozen notaris in Frankrijk op te sturen, waarna deze notaris een half jaar lang niets van zich liet horen. Ondanks herhaaldelijke verzoeken van de vrouw en haar advocaat aan Steinz & Dijkstra om de notaris ‘achter zijn vodden te zitten’, slaagde het Larense kantoor er ‘ondanks verwoede pogingen per telefoon, e-mail en fax’ niet in om met de notaris in contact te komen. Die bleek ruim een half jaar later niet te werken aan de zaak, omdat de cliënte zijn rekeningen nog niet had betaald en omdat hij aanvullende documenten nodig had. De aanstelling van een nieuwe notaris raadde Steinz & Dijkstra desondanks af, omdat de zaak dan weer van vooraf aan zou beginnen.
Dwangsom
Ondertussen ontvouwde zich een nieuwe rechtszaak ontvouwde tussen de vrouw en haar stiefdochter over de erfenis en het huis. In november 2008 werd de weduwe door de rechter gemaand om binnen een maand te zorgen voor een ondertekende akte van verdeling van de woning, op straffe van een dwangsom van 5.000 euro per dag, met een maximum van 80.000 euro. Die akte werd na verschillende vertragingen en aanvullende eisen half februari 2009 door de notaris gepasseerd, waarop de vrouw de maximale dwangsom van 80.000 euro verbeurde.
Dit bedrag probeerde zij eerder deze zomer – plus overige gemaakte kosten – via de rechter te verhalen op Steinz & Dijkstra en de betrokken medewerkers. Met succes: de rechter acht bewezen dat het advocatenkantoor onder meer in gebreke is gebleven door de notaris onvoldoende achter de vodden te zitten en oordeelt dat Steinz & Dijkstra ruim 80.000 euro plus rente moet betalen aan hun cliënte.
Een betrokken ex-medewerkster die belast was met de zaak, krijgt het voor de kiezen in het vonnis. “Gelet op de opdracht mocht verwacht worden dat [de gedaagde] alles wat in haar macht lag in het werk zou stellen om ervoor zorg te dragen dat de dochter van de eiseres uiterlijk op 8 maart 2008 de akte van verdeling kon ondertekenen,” aldus de rechtbank. “De rechtbank is van oordeel dat zij er niet alles aan heeft gedaan om dit te bewerkstelligen. Toen zij na toezending van het vonnis en de vertaling daarvan geen reactie ontving van de Franse notaris, heeft zij volstaan met enkele rappels per fax. Van haar mocht verwacht worden dat zij ook op andere wijze contact met de notaris zou hebben geprobeerd te krijgen.”
Nalatigheid
De ex-medewerkster nam meerdere malen te laat contact op met de Franse notaris, wat er mede toe leidde dat de eiseres de dwangsom moest betalen. “Nu de Franse notaris specifiek had verzocht ook een akte van berusting toe te sturen, lag het op de weg van de gedaagde om deze zo snel mogelijk op te stellen en te laten ondertekenen [door de eiseres en haar dochter]. Ook dit heeft zij nagelaten.”
Nalatigheid van het advocatenkantoor heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat het kort geding tussen de erfgenamen überhaupt kon plaatsvinden, aldus de rechtbank. “Het lag op de weg van gedaagden om op actieve wijze contact te onderhouden met de Franse notaris. Door dit na te laten, was de akte van verdeling een half jaar nadat deze had moeten zijn ondertekend volgens het vonnis van 28 november 2007 nog altijd niet opgesteld, als gevolg waarvan het kort geding is gestart. […] Ook nadat gedaagden met de inhoud van het kortgedingvonnis bekend was geworden, hebben gedaagden niet gehandeld zoals van hen verwacht mocht worden, als gevolg waarvan de maximale dwangsom is verbeurd. De rechtbank is dan ook van oordeel dat eiseres als gevolg van het handelen door gedaagden schade heeft geleden.”
Steinz overweegt hoger beroep
Ton Steinz van Steinz & Dijkstra vindt dat de rechtbank in de uitspraak aan enkele cruciale zaken voorbij is gegaan, en stelt dat de door de vrouw geleden schade geen gevolg is van de veronderstelde tekortkomingen van zijn kantoor. Hij overweegt om in hoger beroep te gaan, zo geeft hij aan vanaf zijn vakantieadres in Frankrijk, al moet de aansprakelijkheidsverzekeraar van zijn kantoor hier nog groen licht voor geven. “Zoals in het vonnis staat moest onze cliënte half november 2008 als gevolg van de uitspraak van een kort geding binnen een maand zorgen voor een akte van verdeling, op straffe van die dwangsom. Wij dachten dat de akte binnen een maand opgesteld en geredigeerd moest zijn, niet per se gepasséérd. Dat eerste is binnen de gestelde tijd gebeurd, dus over dat begrip ‘zorgen voor’ moest de rechter zich in hoger beroep nog maar eens goed buigen. De rechtbank in Amsterdam is hier niet op in gegaan.”
Steinz erkent dat deze zaak in verschillende opzichten uiterst bijzonder is geweest in de geschiedenis van zijn kantoor. “Wij hebben nooit eerder een dossier gehad dat zich ruim zeven jaar voortsleepte, waar drie advocaten mee bezig zijn geweest en waarbij de erfgenamen zelf zo met elkaar in de clinch lagen dat ze buiten ons weten om verschillende kort gedingen aanspanden. Het is ongekend geweest.”