Een man vindt in de trein een achtergelaten rugzak, met daarin een dossier van een civiele procedure bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Zijn snode plan om in ruil voor het dossier geld los te krijgen bij het advocatenkantoor dat in de stukken voorkomt, lijkt heel even te lukken.
Het eind mei 2019 achtergelaten dossier is van een civiele procedure tegen een ziekenhuis, die dient bij het gerechtshof in Den Bosch. De documenten in de ordner zijn doorspekt met privacygevoelige medische informatie. Ook zitten er pleitnota’s bij. Later blijkt dat een raadsheer van het hof de rugzak per ongeluk in het bagagerek van de trein had laten liggen.
In plaats van netjes contact op te nemen met het hof, besluit de verdachte een slaatje te slaan uit zijn vondst. Hiervoor laat hij een medeverdachte – die in geldnood zit – bellen met het advocatenkantoor dat in de stukken voorkomt. Ze zullen de gevonden gegevens met de media delen als er niet wordt betaald, zo is het plan. ‘Zou zo maar ns n dikke 10 rugge opleveren en zonder boze blikken zo,’ appt de hoofddader aan de medepleger.
Bij een eerste belpoging vangt de mededader nog bot, zo blijkt uit de getuigenis van een van de advocaten van het kantoor: ‘Het gesprek kantelde op een gegeven moment toen hij zei dat ze een financieel voorstel wilden hebben en dat […] ze in eerste instantie contact wilden leggen met De Telegraaf. Daar heb ik het initiatief overgenomen en gezegd dat als de stukken van iemand anders zijn en hij dit weet, dat hij op deze manier een strafbaar feit begaat en dat ik me niet laat chanteren.’
Als het advocatenkantoor voor de tweede keer wordt gebeld, komt het tot een afspraak op de parkeerplaats van een hotel in Ridderkerk. De verdachte en zijn kompaan dragen het dossier tegen betaling van 1.500 euro over aan een tussenpersoon van het advocatenkantoor. Ze hebben op dat moment echter niet in de gaten dat die tussenpersoon een politieagent is. Na de overdacht worden ze ter plekke aangehouden.
‘Verdachte heeft bij het plegen van het feit gehandeld uit puur winstbejag en heeft zich niets aangetrokken van de belangen van de benadeelden,’ oordeelt de rechtbank Oost-Brabant in een vonnis van maandag 23 maart. Toch worden de verdachten enkel veroordeeld voor de verduistering van de processtukken: de chantagepoging uit winstbejag is volgens de rechter niet overtuigend bewezen.
Bij het bepalen van de strafmaat laat de rechter wel meewegen dat de verdachte op het moment van de verduistering nog in zijn proeftijd zat als gevolg van een eerdere veroordeling, en komt daarmee uit op 111 dagen cel, waarvan 60 dagen voorwaardelijk. De medepleger is veroordeeld tot een taakstraf van 100 uur.