Een geschil over de hoogte van het salaris voor een advocaat-stagiair heeft het kleine advocatenkantoor Lexius Advocatuur in Almere eerder dit jaar het faillissement ingejaagd. Dat blijkt uit het eerste openbaar faillissementsverslag van de curator.
Lexius Advocatuur wordt in juni 2017 opgericht en is eerst gevestigd in Amsterdam-Noord. In de periode voor het faillissement telt het kantoor naast de eigenaar nog twee werknemers, onder wie een advocaat-stagiair. De kantooreigenaar, voormalig advocaat Van Dijk, had zich in oktober vorig jaar laten uitschrijven van het tableau, aldus het verslag van curator Van der Grinten (Wieringa Advocaten).
Lexius Advocatuur voert een sociale praktijk. Het kantoor krijgt geregeld verzoeken om familierechtkwesties te behandelen, maar beschikt niet over een juiste inschrijving bij de Raad voor Rechtsbijstand en kan hierdoor geen toevoegingen aanvragen. In 2018 neemt de advocaat-eigenaar een beginnend advocaat-stagiair familierecht aan, maar aan het eind van het jaar ontstaat er een meningsverschil over het salaris.
Na tussenkomst van de deken laat de advocaat zich begin oktober 2019 uitschrijven van het tableau. Waarom precies is niet duidelijk, maar hij heeft de bedoeling zijn kantoor om te vormen tot een juristenpraktijk. Het komt echter niet tot een akkoord met een van zijn grootste schuldeisers: de advocaat-stagiair. Die vordert niet veel later in een kort geding met succes de betaling van achterstallig loon.
Het is uiteindelijk softwareontwikkelaar HelloFlex die het faillissement van het kantoor aanvraagt. De kantooreigenaar verzette zich hier niet tegen, aldus een parafrase van zijn eigen woorden: ‘Toen HelloFlex het faillissement aanvroeg, heb ik geen verweer gevoerd omdat gefailleerde de loonvordering van de werknemer toch niet kon betalen en een faillissement daardoor onvermijdelijk was.’
De curator doet verder onderzoek naar de achtergrond van het faillissement. Ook wordt uit zijn verslag duidelijk dat er nog een procedure loopt tussen het kantoor en de Academie voor de Rechtspraktijk. Die claimt dat een online cursus nog niet is betaald, hoewel de advocaat stelt deze nooit te hebben gevolgd.