Als de advocatuur anno 2015 domweg nog niét zou bestaan, hoe zou die dan nu vormgegeven moeten worden? Met deze prikkelende gedachte zet journalist Rob Wijnberg een kleine 200 advocaten op de eerste editie van Advocatenblad Live! eens stevig aan het denken. Want vanuit zulke gedachtepatronen komt volgens Wijnberg pas echt innovatie voort. Niet vanuit zaken als technologie, concurrentie of marktwerking.
Door Joris Rietbroek
In industrieel evenementengebouw De Fabrique in Utrecht wordt het Advocatenblad voor het eerst eens niet ervaren als een vaktijdschrift om te lezen, maar als een congresdag boordevol sprekers, live interviews en inhoudelijke workshops. Verder is er een fototentoonstelling te zien, is er een communicatieadviseur in huis aan wie advies gevraagd kan worden over verbeteringen voor visitekaartjes of de kantoorwebsite, en jawel; er wordt aan het eind van de dag een hagelnieuwe Jaguar XE verloot onder alle advocaten die hun visitekaartje achterlaten in een glazen kom. ‘Meest gewaardeerde advocaat’ Wim Anker mag als extra beloning voor zijn uitverkiezing voor een week zo’n glimmende bolide meenemen.
Aan de start van de dag kijkt het publiek vooral naar de keynote speech van ‘buitenstaander’ – want journalist/filosoof –: Rob Wijnberg, oud-hoofdredacteur van NRC Next en oprichter van online journalistiek platform De Correspondent. Dus deze journalist zal de advocaten wel even praktische handvatten aanreiken over hoe de advocatuur het beste kan innoveren? Dat niet; de als ‘rockjournalist van de lage landen’ aangekondigde Wijnberg zet de beroepsgroep liever aan het denken vanuit een licht-filosofische insteek.
“Mij wordt vaak toegedicht dat ik innovatief ben geweest bij NRC Next en met de Correspondent,” zegt hij tegen een geboeid luisterende zaal. “Maar als ik nadenk over wat innovatie nu echt is, kom ik vooral uit op mythes, op wat innovatie in elk geval niét is.” Zo is het geen product van concurrerende bedrijven (‘de meeste innovatie komt van universiteiten of staatsgesubsidieerde projecten’). En innovatie is al helemaal niet gebaat bij zoiets als marktonderzoek naar wat consumenten willen, volgens hem een ander hardnekkig misverstand. “Zoals Henry Ford vroeger al zei: ‘als ik had gevraagd wat mensen willen, zouden ze ‘snellere paarden’ zeggen”, betoogt Wijnberg. “Toen mensen begin jaren negentig werd gevraagd of ze een mobiele telefoon zouden willen, wist bijna niemand waarom. ‘Want wie moet ik dan bellen?’ Echte innovatie geeft geen antwoord op bestaande behoeften, maar creërt juist nieuwe.”
Dus kan innovatie ook niet voortborduren op bestaande ideeën als een goede kantoorwebsite laten bouwen, op een bepaalde manier communiceren of afrekenen met uurtje-factuurtje. “Nee, innovatie is een thermometer in de tijd stoppen en bedenken hoe je invloed kunt uitoefenen op die tijdgeest”, betoogt Wijnberg. “Om iets te veranderen moet je kortom vooral uitgaan van morele of filosofische ideeën. Dat is echte innovatie.”
Zo’n filosofisch getinte vraag kan vervolgens zijn: hoe zou ik willen dat mijn vakgebied er uit zou zien als het vandaag werd uitgevonden? “Dus niet: wat zou ik veranderen aan wat al bestaat, maar wat zou de advocatuur in 2015 moeten zijn als deze gisteren nog helemaal niet bestond?” zegt Wijnberg. “Op zo’n manier denken levert je heel andere ideeën op. Over heel andere relaties aangaan met je cliënt misschien of de manier waarop je dingen nog helderder uitlegt aan mensen die steeds beter geïnformeerd en kritischer zijn. Misschien kan een advocaat eerder de rol van een gespreksleider met kennis van zaken aannemen dan iemand zijn die wel even zal vertellen hoe het allemaal precies zit. Dan is innovatie geen formule meer die je zo kunt oplepelen, maar iets dat echt uit jezelf komt.”