Met veertien maanden vertraging worden ze per 1 maart 2020 dan echt officieel ingevoerd: de kwaliteitstoetsen voor advocaten. Het wetsvoorstel hiertoe, dat artikel 26 Advocatenwet wijzigt, is recent door de Eerste Kamer aangenomen, meldt de Orde van Advocaten (NOvA).
Vanaf 1 maart zijn alle advocaten jaarlijks verplicht om te voldoen aan kwaliteitstoetsen, en wel in de vorm van gestructureerde feedback. Op deze manier moeten volgens de NOvA ‘collega’s of vakgenoten leren van elkaars ervaringen, successen, problemen en uitdagingen in de dagelijkse werkpraktijk. De kwaliteitstoetsen dragen bij aan de bevordering van de kwaliteit van alle advocaten.’
Elke advocaat kan zelf een vorm van gestructureerde feedback kiezen, bijvoorbeeld intervisie, peer review of gestructureerd intercollegiaal overleg. Bij laatstgenoemde vorm staan vraagstukken over de dagelijkse praktijkvoering centraal, die worden besproken door een groep advocaten binnen een kantoor of vakgenoten bij verschillende kantoren.
Onder intervisie verstaat de Orde een gestructureerde en periodieke bespreking in een groep van advocaten onder begeleiding van een deskundige gespreksleider. Bij een peer review worden dossiers van ene advocaat beoordeeld door bijvoorbeeld een collega of meerdere.
De deskundige gespreksleiders of reviewers moeten formeel worden aangewezen door de algemene raad van de NOvA. Zij hebben op grond van artikel 26 vierde lid van de Advocatenwet geheimhoudingsplicht. Advocaten die deze rollen willen vervullen, moeten daarom een aanvraag indienen om zich als gespreksleider of reviewer bij de NOvA te registreren, steeds voor een periode van vijf jaar.
Al in juni 2017 legde de Orde van Advocaten in een verordening de invoering van kwaliteitstoetsen vast. De geplande invoerdatum van 1 januari 2019 werd echter bij lange na niet gehaald, omdat de behandeling van het wetsvoorstel vertraging opliep.
Meer informatie over de kwaliteitstoetsen en de manier van registreren via bewijzen van deelname is te vinden op de website van de NOvA.