Maar liefst drie op de vier advocaten stellen meer uren per week te werken dan wettelijk is toegestaan: tot zelfs 120 uur per week. Dat blijkt uit een enquête die BNR Nieuwsradio hield onder bijna honderdveertig advocaten, en onder meer uitzette op Advocatie.
Advocaten werken dus te hard, concludeert BNR Nieuwsradio, terwijl de Arbeidstijdenwet strikte grenzen stelt aan de werkweek. Uit de enquête blijkt dat de meeste advocatenkantoren zich niet aan die wet houden: meer dan zestig uur per week werken is nooit toegestaan, maar van de ondervraagde junior en senior advocaten zegt 73 procent die norm weleens te overschrijden.
Bijna veertig procent werkt weleens meer dan zeventig uur per week en een op de vijf advocaten haalt zelfs de tachtig uur, volgens de enquêteresultaten. Verder werkt 41 procent van de jonge advocaten structureel meer dan 55 uur, en twee op de drie advocaten werken soms meer dan 48 uur per week – hetgeen ook wettelijk verboden is. Tot slot waren er twee extreme gevallen die zelfs boven de honderd uur per week haalden. Partners waren uitgesloten uit dit onderzoek.
Grootverdieners
De urennorm voor een werkwerk geldt niet bij topsalarissen: grootverdieners bekleden een uitzonderingspositie in Nederland. Als iemand meer dan drie keer het minimumloon verdient, zo’n 6.260 euro per maand, geniet de persoon in kwestie geen bescherming meer van de Arbeidstijdenwet. Uit de Stand van de Advocatuur en het Notariaat 2023 blijkt echter dat geen enkele beginnende advocaat dit bedrag verdient. Aan BNR laat Hans Kamerbeek – een advocaat gespecialiseerd in arbeidsrecht – hierover weten dat dit ook geldt voor ‘een heel groot deel’ van de meer ervaren werknemers.
Uit de enquête blijkt bovendien dat veel advocaten de overwerkcultuur ervaren als een last. Meer dan de helft van de geënquêteerden vindt de werkdruk ‘zwaar’ of ‘hoog’. “Het is in principe 24/7 werken”, stelt een advocaat in een anonieme reactie. “De telefoon kan 24/7 gaan en de e-mails komen 24/7 binnen”. Collega-advocaten willen tevens nogal eens onredelijke termijnen stellen, volgens de anonieme advocaat. “Zeker de grote kantoren in de Randstad stellen zich vaak erg arrogant op tegenover kleine kantoren in de provincie.”
(Tekst loopt verder onder de grafiek.)
Over de kop werken
Ook hoogleraar Arbeidsrecht Evert Verhulp reageert tegenover BNR op de onderzoeksresultaten: "De Arbeidstijdenwet is bedacht om te voorkomen dat mensen zich bijna letterlijk over de kop werken. Het is eigenlijk een beschermingsmaatregel." Lange werkweken worden volgens hem geassocieerd met een scala aan negatieve gevolgen. "Je ziet dat mensen het risico lopen om overspannen te worden, burn-outs te krijgen, of medische klachten te ontwikkelen."
Bijzonder hoogleraar Socialezekerheidsrecht en Arbeidsrecht Willemijn Roozendaal wijst op onderzoek uit de Verenigde Staten, dat nog ernstiger consequenties aan het licht bracht. "Daaruit kwamen zowel drankproblemen, depressies, echtscheidingen als zelfmoorden naar voren." Volgens Roozendaal gaan advocaten steeds vaker als zelfstandige aan de slag om te ontsnappen aan de werkdruk op de Zuidas. "Steeds minder mensen zijn bereid zich aan te sluiten bij grote kantoren en zoveel uren te maken. Dat voert de druk bij advocatenkantoren ook wel op om er echt iets aan te doen."
Drie kantoren reageren
BNR vroeg elf Zuidaskantoren om een reactie: Allen & Overy, De Brauw Blackstone Westbroek, CMS, Dentons, DLA Piper, Hogan Lovells, Houthoff, Lexence, Loyens & Loeff, NautaDutilh en Stibbe. Enkel De Brauw, CMS en Lexence reageerden. Deze drie kantoren gaven aan 'alert te zijn op de risico's van structureel overwerk', maar weigerden in te gaan op specifieke vragen over gewerkte uren.
Zo laat CMS onder andere weten geen 'urenfabriek' te zijn, stevig te investeren 'in vitaliteit en een gezond werkklimaat' en actief het gesprek aan te gaan bij veel overwerk. De Brauw zegt dat de werkdynamiek op het kantoor 'er eentje is van piekbelasting, waarin periodes van inspanning en rust elkaar afwisselen'. Volgens het kantoor is rust cruciaal voor de duurzame inzetbaarheid van de (jonge) advocaten en krijgt het thema constant aandacht binnen het kantoor. Zo moeten wettelijke vakantiedagen jaarlijks verplicht door advocaten worden opgenomen, en wordt downtime actief gestimuleerd na drukke periodes.
Lexence geeft aan dat werkdruk niet meer als een structureel probleem wordt ervaren. Rondom deadlines wordt meestal hard gewerkt, aldus het kantoor, maar dit wordt gemonitord en geëvalueerd - onder meer middels het jaarlijkse medewerkerstevredenheidsonderzoek - zodat 'actie kan worden ondernomen wanneer dit aan de orde is'.
Juridische gevolgen
De advocatuur bleef tot nu toe buiten schot, maar het door de enquête vastgestelde overwerk kan juridische gevolgen hebben voor de kantoren. Zo deed de Arbeidsinspectie in 2019 onderzoek bij 28 accountancykantoren; bij 24 was de aanpak van de werkdruk niet op orde. De boetes hiervoor kunnen oplopen tot duizenden euro's per overtreding. "Als mensen voelen dat ze systematisch te hard werken, dan gaan we dat onderzoeken en waar nodig handhaven", aldus de Arbeidsinspectie in een reactie op BNR.
Arbeidsrechtadvocaat Kamerbeek ziet een rol voor de Nederlandse Orde van Advocaten in de bestrijding van het overurenprobleem. Hij kan zich voorstellen dat weinig medewerkers bereid zijn dit aan te kaarten bij hun werkgever. Kamerbeek krijgt bijval van de hoogleraren. Verhulp: "Het probleem is toch heel vaak dat werknemers deze discussie eigenlijk niet durven te voeren, omdat het ten koste kan gaan van je carrière. Bij grotere advocatenkantoren is er vaak een ondernemingsraad die dit aan de orde zou moeten stellen."
Roozendaal ziet eveneens verandering het liefst uit eigen gelederen komen: "De beroepsgroep in Amerika neemt dit soort signalen serieus. Dat besef zie ik niet terug bij de Nederlandse Orde van Advocaten." De advocatuurlijke beroepsorganisatie beantwoordde de vragen van BNR over werktijden niet.