Meerdere prominente strafrechtadvocaten zijn niet te spreken over het wetsvoorstel van minister Sander Dekker (rechtsbescherming) om de rechten van slachtoffers in de rechtszaal uit te breiden. Zo wil Dekker dat verdachten van zware gewelds- en zedenmisdrijven verplicht aanwezig moeten zijn in de rechtszaal als een slachtoffer gebruik maakt van het spreekrecht. “Het is zo populistisch allemaal.”
Dekker presenteerde zijn nieuwe wetsvoorstel afgelopen donderdag. Hij wil verder dat ook stiefouders voortaan gebruik kunnen maken van het spreekrecht. Verder moeten slachtoffers en nabestaanden de mogelijkheid krijgen te spreken op het moment dat de dwangverpleging van tbs-gestelden voorwaardelijk wordt beëindigd. Slachtoffers mogen dan aangeven welke voorwaarden zij gepast achten, zoals een locatie- of contactverbod.
“Verdachten moeten worden geconfronteerd met het leed dat zij slachtoffers hebben aangedaan,” aldus Dekker in een toelichting op zijn wetsvoorstel. Het is de minister een doorn in het oog dat een verdachte soms niet komt opdagen en dat de in de rechtszaal aanwezige slachtoffers of nabestaanden tegen een lege stoel aankijken.
Tjalling van der Goot (Anker & Anker) is een van de vele advocaten die zich kritisch uitlaat over het voorstel van de minister. “Sinds 2005 is de positie van slachtoffers in de rechtszaal alleen maar uitgebreid,” zegt hij in de Leeuwarder Courant. “Die ruimte is ten koste gegaan van verdachten. Het spreekrecht voor slachtoffers is al veel te ver doorgeschoten. Ze kunnen nu al sturend optreden omdat ze zich mogen uitspreken over de bewijslast.”
Van der Goot stelt daarnaast dat een verdachte simpelweg het recht heeft om niet te verschijnen in de rechtszaal. “En ten tweede wordt er geen probleem mee opgelost. Ik heb als strafrechtadvocaat nog nooit meegemaakt dat een cliënt er niet was, terwijl er wel een slachtoffer was dat wat wilde zeggen. Het is zo populistisch allemaal. Sowieso is het gek dat een verdachte, waarvan dus nog niet vaststaat dat hij dader is, moet luisteren naar een vermeend slachtoffer van iets waarvoor de verdachte twee weken later wellicht wordt vrijgesproken.”
Ook andere advocaten spreken zich kritisch uit tegen het wetsvoorstel van de minister, al dan niet via Twitter. Zo ook Richard Korver, die tevens voorzitter is van LANGZS (Landelijk Advocaten Netwerk Gewelds- en Zedenslachtoffers). “Lang niet ieder slachtoffer wil dat de verdachte aanwezig is bij het uitoefenen van het spreekrecht,” stelt hij. “Het is veel beter dat te vragen in plaats van het standaard te verplichten.” Advocaat Peter Plasman noemt in een Volkskrant-artikel de verplichte aanwezigheid ‘heel problematisch’. “Waar het mij vooral om gaat, is dat de verdachte op deze manier in een kansloze positie komt. Hij wordt al als dader gezien en in zijn perceptie kan het dan al geen eerlijk proces meer zijn.”
Advocaat Jan Vlug uit Deventer zegt via Twitter de uitbreiding van slachtofferrechten ‘volstrekt voor de bühne’ te vinden. “De rechter beveelt in veel (bijna alle) ernstige gevallen al de verschijning van verdachten. En wat is stieffamilie? Kost allemaal erg veel tijd en geld en levert niets extra op.” En advocaat Joren Veldheer ziet ‘geen enkele meerwaarde in deze verschijningsplicht voor verdachten om naar slachtofferverklaringen te moeten luisteren. Deze dwang bevorderd niet de doelen van het strafrecht: repressie en preventie. De Slachtofferpositie slaat door, zonder deze doelen te bevorderen.”