Afgelopen week ruilden Stibbe-partners Duco de Boer en Lennaert Posch van stad: De Boer begint zijn periode in New York, Posch keert na 6,5 jaar terug naar Amsterdam. Op de 32ste verdieping van een gebouw aan de Fifth Avenue in Mid Town, blikt de een terug, en de ander vooruit. “Een deal afsluiten met een glas champagne is toch leuker.”
Door Lula Ahrens
Wie in hartje New York op de 32ste verdieping kantoor houdt, heeft een indrukwekkend uitzicht. Zo ook bij Stibbe. We kijken uit op de Public Library, grenzend aan Bryant Park. Daaromheen liggen tientallen wolkenkrabbers, waarvan de details en ornamenten ineens haarscherp zichtbaar zijn. “In dat park zijn vaak op maandagavond gratis openluchtvoorstellingen,” vertelt Lennaert. “Dan stroomt iedereen vanuit de kantoren toe om daar te gaan picknicken.”
Het is vrijdag. Duco de Boer is maandag gearriveerd. “Eerst hebben we een paar bezoekjes gebracht aan Amerikaanse kantoren om Lennaert uit te luiden, en mij te introduceren. Mijn vrouw en kinderen volgen over een paar weken.” Lennaert Posch: Ik zit hier nu 6,5 jaar. Dat is langer dan gebruikelijk. Een werkperiode in de VS is voor partners normaal gesproken drie tot vijf jaar, en twee jaar voor medewerkers.”
Waarom zit er een dergelijk limiet aan een periode in de VS?
Posch: “Je moet ook weer je praktijk in Nederland opbouwen. Het is beter om dat niet aan het einde van je carrière te doen.”
De Boer: “Vroeger was er de angst voor ‘going native’ dat je vervreemd raakt van de Nederlandse samenleving. Sinds de globalisering is dat geen punt meer, maar wat Lennaert zegt is wel waar. Bovendien is het leuk voor mensen zoals ik om naar New York te gaan. Over een paar jaar staan er weer nieuwe mensen te trappelen, dan moet ik zelf naar huis. Want er zitten hier altijd maar twee Nederlandse Stibbe-advocaten; een corporate partner en een tax partner.”
Lennaert, welk advies geef jij je opvolger?
”Ik kan hem niet heel veel vertellen. Duco heeft al twee jaar als medewerker op ons kantoor in New York gewerkt en gestudeerd, dus hij kent het klappen van de zweep. Je moet gewoon overal heel erg bovenop zitten, maximale service bieden, zo efficiënt mogelijk werken, en zo veel mogelijk expertise in huis hebben. De economische crisis heeft die expertise veel belangrijker gemaakt.”
Cliënten stellen hogere eisen?
”Ja. Vroeger was het: ‘Hoe snel is het klaar?’ Toen ging men ervan uit dat alles wel goed zou komen. Nu vraagt men veel meer kwaliteit, want ze zien weer wat de risico’s zijn. Ze verwachten dat advocaten meer kunnen dan een enkel trucje, meer dan een syndicated loan agreement maken. Voor advocaten betekent dat meer uitdaging. Dat is positief, hoewel ik uiteindelijk natuurlijk vrolijker word van een opwaartse economie.”
Was er voor Stibbe New York minder werk als gevolg van de crisis?
”Ja, in het begin wel. Toen was er een soort ‘frozen moment’ waarin niemand bewoog. Maar al vrij snel kwam er juist veel werk op gang, dat anders van aard was. Vroeger had je alleen overnames, overnames, overnames en financieringen. In de recessie kwamen cliënten ook met: ‘We dreigen onze lening niet af te kunnen betalen, we moeten herfinancieren.’ We waren veel bezig met faillissementsrecht, met de vraag hoe het werkt wanneer een Nederlandse dochter van een Amerikaanse moeder omvalt die schulden heeft bij een Duitse vennootschap, om een voorbeeld te noemen. Dat zijn vragen waar veel kennis voor nodig is. Maar uiteindelijk is het volume werk hetzelfde gebleven als voor de crisis, en zie je dat de transactiepraktijk het afgelopen jaar weer is aangetrokken.”
Wat zag je in de VS tijdens de crisis om je heen gebeuren, bij andere kantoren?
”De crisis heeft er hard ingehakt. Er zijn zelfs een paar vrij grote Amerikaanse kantoren omgevallen. Dat waren vaak ‘one trick ponies’, oftewel kantoren die vaak één bepaald type transacties. Die transacties vielen weg toen de crisis begon. Dan gaat het heel snel. De ‘cash flow’ vanuit de banken stopt, een paar rain makers zien kans om weg te gaan naar een ander kantoor en voor je het weet sodemietert alles in elkaar.”
Duco, heb je je door de crisis op een andere manier voorbereid op je verblijf in New York?
”Nou.. nee. De aard van mijn werk was ook in Amsterdam al wat veranderd. Ik deed voornamelijk overnames, maar nu ook herstructureringen. Ik ben ook betrokken bij de omgevallen bank Landsbanki, waar nu dat gedoe over is met Icesave. Ik ben de advocaat van de Nederlandse (mede)overheden die deposito’s hebben uitstaan bij Landsbanki. Dat is typisch een crisiszaak. Die zaak blijf ik doen, overigens. IJsland ligt ongeveer halverwege de VS en Nederland, dus dat komt mooi uit.”
Lennaert, heb jij de economische crisis in de VS zelf ook in je portemonnee gevoeld?
”Nee. Als kantoor hebben we het gewoon goed gedaan. Afgelopen jaar was een goed jaar. Dat komt doordat we een brede praktijk voeren met diepe specialistische kennis. We hebben een sterke litigation-en faillissementsafdeling, sterk arbeidsrecht en we waren in staat corporate advocaten ook in te schakelen voor herstructureringen.”
Heeft de crisis ook geen invloed gehad op de tarieven bij Stibbe New York?
”We moesten zeker flexibeler zijn in onze betaalafspraken. We kregen bijvoorbeeld vaak de vraag of we een bepaalde cap konden afgeven voor een bepaald project.”
Werken jullie ook vaker met een fixed fee?
”Ja. Hoewel dat bij Stibbe New York wel anders zit dan in Nederland, omdat wij hier door Amerikaanse advocatenkantoren worden ingeschakeld. Wij doen dan de Nederlandse aspecten van een internationale zaak, en spiegelen de afspraken die zij met hun cliënt maken. We liften dus mee met wat Amerikaanse advocaten moeten accepteren, of we dat willen of niet.”
De economie trekt aan. Merken jullie daar iets van?
De Boer: “De afgelopen dagen hoorden we van Amerikaanse advocatenkantoren dat ze voorzichtige tekenen van herstel zien. Vanochtend kregen we nog een overname van een Europese partij door een Amerikaanse partij binnen, dus ik heb alle hoop dat het corporate werk weer toe gaat nemen. Een deal tot stand brengen waarbij je aan het eind een glas champagne heft is toch leuker. En we zijn per slot van rekening allebei transactieadvocaten.”
Posch: “De laatste twee grote zaken die we binnenkregen, waren strategische overnames door Amerikaanse ondernemingen. In de private equity sector zie je dat herstel nog niet, want daar is men heel afhankelijk van de vraag of banken geld willen lenen.”
Lennaert, ben je klaar voor je terugkeer naar Nederland?
”Na ruim zes jaar New York ben ik in professioneel opzicht weer toe aan iets anders. We hebben onze investment management praktijk nu in Amsterdam geconcentreerd. Een van mijn taken wordt om daar leiding aan te geven. Ik werkte hier al veel voor Amerikaanse beleggingsfondsen en hoop dat met mijn collega’s in Amsterdam nog veel meer te gaan doen. Bovendien moet ik terug van mijn moeder… Wel zal ik de stad en de mensen hier ontzettend missen. En: hier komt weer het cliché dat New York heel veel energie geeft en heeft. Het is altijd inspirerend om hier te werken met mensen die echt wat willen; of dat nou advocaten zijn, bankiers, of kunstenaars.”
Heeft een terugkerende advocaat een grote toegevoegde waarde voor de Nederlandse vestiging van Stibbe?
De Boer: “Nederlandse kantoren hebben de afgelopen tijd een enorme kwaliteitsslag gemaakt in termen van bereikbaarheid, service en efficiëntie. Toch geldt het cliché dat de Amerikanen een paar jaar voorop liggen nog steeds. Wat er in de VS enorm wordt ingehamerd is service, service, service. Daar kunnen we in Nederland echt van blijven leren. Amerikaanse cliënten zijn een beetje verwend. Ze verwachten veel van hun Amerikaanse advocatenkantoor, en terecht: ze betalen er ook veel voor. Het blijft voor Nederlanders een uitdaging om datzelfde kwaliteitslevel te evenaren.”
Posch: “Elke Amerikaanse cliënt kan tegenwoordig om middernacht zijn Nederlandse advocaat bellen en er eens even goed voor gaan zitten. Ik zat hier van ’96 tot ’98 als medewerker; toen was dat wel anders. Toen dacht je wanneer je een Amerikaanse advocaat bezig zag: ‘Oooh ja, zo kan het ook!'”
Kunnen Amerikaanse advocaten andersom ook iets van hun Nederlandse collega’s leren?
Posch: “Ik heb Nederlandse advocaten wel altijd heel efficiënt gevonden. In New York zitten heel veel advocaten heel veel uren dingen te doen waarvan je denkt: ‘Moet dat met z’n zessen?’ Nederlandse advocaten doen meer met hun tijd. En: ze zijn minder bezig met hun tijd. In Nederland zul je nooit zien dat advocaten hun jasje laten hangen omdat ze niet willen laten zien dat ze eigenlijk al naar huis zijn. Die cultuur van ‘je mag niet voor 2 uur ’s nachts naar huis’ hebben we niet in Nederland. Daar moet je gewoon je werk afhebben. Een Nederlands kantoor wil ook liever dat je dan naar huis gaat, omdat men het belangrijk vindt dat mensen thuis ook een leven hebben. Veel Amerikaanse kantoren zijn niet zo bezig met die vraag.”
Blijft de VS als buitenlandse werkplek het meest in trek bij Nederlandse advocaten?
Posch: “Nu nog wel. Maar ik kan me voorstellen dat Azië de VS in de nabije toekomst in populariteit overstijgt.”