Op de dag dat de rechtbanken weer ruimer open gaan, gooien de advocaten van Ficq & Partners een knuppel in het hoenderhok. Zij melden volgende week niet aanwezig te zullen zijn bij een pro forma-zitting in het Marengo-proces. Coronamaatregelen en fouten zorgen volgens hen voor een oneerlijk proces.
Update woe. 13 mei: de rechtbank Amsterdam organiseert op 28 mei alsnog een extra pro forma-zitting waar verdachten in de Marengo-zaak fysiek bij kunnen zijn. De advocaten van Ficq & Partners laten weten wel bij deze zitting aanwezig te zijn, om ‘de verdediging op de gebruikelijke en door ons gewenste wijze te voeren.’
Advocaten Bénédicte Ficq, Christian Flokstra, Nico Meijering, Laura ter Steeg en Juriaan de Vries staan verschillende verdachten bij in de omvangrijke Marengo-zaak, tegen de criminele organisatie van hoofdverdachte Ridouan Taghi. Voor volgende week stond er een nieuwe pro forma-zitting gepland, maar hier zullen de advocaten vanwege een oneerlijke procesvoering niet bij zijn, zo schrijft Ficq & Partners in een boze brief aan de rechtbank Amsterdam.
De beperkingen die de rechtbank aan advocaten en hun cliënten in de zaak oplegt, vormen voor het Amsterdamse strafrechtkantoor het belangrijkste pijnpunt. Zo mogen de in totaal meer dan vijftien verdachten in de Marengo-zaak wegens de geldende coronabeperkingen niet naar de rechtbank komen en kunnen ze alleen tijdens de behandeling van hun eigen aandeel in de zaak via videoverbinding contact maken met de rechters en het OM.
De videoverbindingen vanuit gevangenissen mogen per verdachte meestal maximaal drie kwartier in beslag nemen. Daarna is iemand anders aan de beurt. Dat is vanwege de complexiteit van de zaak en de vele feiten veel te kort, aldus de advocaten. ‘Een videoverbinding past in het geheel niet bij een zaak als Marengo. […} Los van de mogelijke storingen en de korte tijd, is vertrouwelijk overleg met de cliënt tijdens de zitting niet mogelijk’.
Verder heeft de rechtbank verzocht dat alle betrokken advocaten ruim van tevoren hun pleitnota’s aanleveren en eventueel onderling al uitwisselen. ‘Hoogst ongebruikelijk’ en bezwaarlijk voor cliënten aangezien hun belangen niet altijd overeenkomen met die van medeverdachten, volgens Ficq & Partners.
Het argument van de rechtbank dat verdachten vanwege gezondheidsrisico’s niet kunnen worden vervoerd, vindt het kantoor vreemd. In de aanverwante megazaak ERIS bij de rechtbank Midden-Nederland was dit onlangs geen probleem: dit proces telt achttien verdachten en voor transport naar het gerechtsgebouw werd zelfs een helikopter ingezet.
Als klap op de vuurpijl is er in het geheel geen overleg geweest met de advocaten over het verloop van de zaak – en dus ook niet over het gebruik van videoverbindingen –. ‘U stelt dat “van alle procespartijen de nodige flexibiliteit” wordt gevergd, maar voor zover wij kunnen overzien wordt die alleen gevergd van cliënten en hun raadslieden,’ zo staat in de brief. ‘Anders gezegd: in strijd met het beginsel van gelijke wapenen worden slechts de rechten van de verdediging beknot. […] Wij achten het daarom zinloos om op 18 en 19 mei namens de cliënten op te treden. Wij zullen dan ook niet verschijnen.’
Stortvloed aan klachten
Het besluit van Ficq & Partners is de voorlopige climax van een stortvloed aan klachten en ergernissen over de huidige coronabeperkingen in de rechtspraak, politiebureaus en penitentiaire inrichtingen, zoals afgelopen week gespuid door diverse advocaten op Twitter. Het gaat zo ver dat rechten van cliënten worden geschonden, stellen ze.
De klachten betreffen slechte video- en telefoonverbindingen in de rechtszaal (‘ik hoor u niet!’), zittingen die last minute toch niet door bleken te gaan en de ‘maximale spreektijd’ via videoverbinding per cliënt vanuit de penitentiaire inrichting. Ook zijn veel politiebureaus en gevangenissen er volgens advocaten niet op ingericht om rechercheurs, cliënten en advocaten 1,5 meter afstand te laten bewaren. Allemaal factoren die de rechtspositie van verdachten ernstig aantasten, aldus de strafrechtadvocatuur.
Lees ook de recente column hierover van advocaat Jaap Baar: ‘Roeien met de riemen die we hebben, of de rechten van de verdediging overboord?’