Een advocate krijgt van DAS Rechtsbijstand een forse zaak namens negen verzekerden in het vooruitzicht gesteld. Nadat ze de kosten voor de procedure heeft berekend – 9.500 euro per verzekerde –, krijgt ze de zaak toch niet. DAS heeft geen opdracht tot een procedure gegeven, aldus de rechtbank.
Een medewerker van DAS wendt zich begin 2016 voor het eerst tot de advocate, dan nog werkzaam bij Tonino & Partners in Amsterdam, over een geschil tussen negen verzekerden en Aegon. “In overleg met de verzekerden is besloten de behandeling van deze zaak aan u uit te besteden. Ik verzoek u hierbij dan ook de belangen van de verzekerden te behartigen.” Wel wordt ze verzocht om eerst in rapportages het financiële belang per zaak te becijferen; de uitkomsten moet de advocate terugkoppelen aan DAS.
Maanden later bericht de DAS-medewerker haar ermee in te stemmen dat de advocate een procedure opstart. In verband met kostenbeheersing vraagt DAS wel om een vast tarief, waarna de advocate half juni een voorstel doet à 9.500 euro per individuele verzekerde.
Daarna blijft het maandenlang stil, totdat DAS zonder overleg met de advocaat de rechtsbijstand aan de negen verzekerden neerlegt bij de Stichting Woekerpolisproces. Op 1 december krijgt de advocate te horen dat ‘DAS op dit moment geen aanleiding ziet om u of uw kantoor een opdracht te verstrekken’. De facturen die zij al aan had DAS had gestuurd, blijven onbetaald.
‘Gunstige kans om te procederen ontnomen’
In 2018 dient er een zaak tussen de advocaat en DAS bij de kantonrechter, waar wordt afgesproken dat DAS alsnog – eenmalig – 9.500 euro aan haar zal betalen voor de verrichte werkzaamheden. Ruim een jaar later stelt de advocate DAS alsnog aansprakelijk voor geleden schade, omdat haar ‘de gunstige kans is ontnomen om negen procedures te voeren’. Ze eist bij de rechtbank Amsterdam alsnog 156.000 euro van de rechtsbijstandsverzekeraar.
Naar deze schadevergoeding kan zij echter fluiten, aldus een vonnis van 2 december. De rechtbank gaat mee in het verweer van DAS dat er enkel opdracht was gegeven voor het in kaart laten brengen van het financiële belang per verzekerde. ‘[Het staat vast dat] DAS met deze brief [eiseres] de opdracht heeft verstrekt tot het laten opstellen van de financiële rapportages.’
Het stond de advocate hierna nog niet vrij om verder maatregelen te treffen; voor het starten van een procedure was een nieuwe opdracht van DAS nodig geweest, volgens de rechtbank, en dit is niet gebeurd. Weliswaar staat in de brief van DAS uit mei 2016 dat de verzekeraar instemt met het opstarten van een procedure, maar eerst vraagt zij de advocate om een tariefvoorstel te doen. ‘DAS heeft dit voorstel niet aanvaard en [eiseres] is niet begonnen met het opstarten van procedures,’ concludeert de rechtbank. ‘Gelet op de bewoordingen in de correspondentie en de gang van zaken kan niet anders worden geconcludeerd dan dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt over één van de essentialia van de opdrachtovereenkomst: het tarief.’
Daarbij stelt de advocate zich in deze procedure bij de rechtbank pas voor het eerst op het standpunt dat DAS wel opdracht heeft gegeven om te procederen en dat die kans haar is ontnomen, constateert de rechter. ‘Echter, ook als de rechtbank er van uit zou gaan dat DAS op enig moment wél opdracht heeft verstrekt tot het opstarten van procedures, dan is deze opdracht beëindigd door DAS met de brief van 1 december 2016.’