Een harde les voor een Tilburgse advocate: geef nooit je pinpas met pincode mee aan de stagiaire. Voor je het weet is er opeens bijna een ton van de bankrekening afgeschreven. En oordeelt de rechtbank dat de Rabobank niets hoeft te vergoeden door haar eigen grove nalatigheid.
Het is eind 2016 als de advocate van het Tilburgse kantoor Eikendreef haar bankpas en pincode geeft aan de stagiaire die op dat moment voor haar werkt. Die krijgt de opdracht om een transactieoverzicht over heel 2016 uit te printen.
Eind januari 2017 merkt de advocate op dat er bedragen van 50.000 en 45.000 euro van de rekening zijn overgeschreven naar een onbekende ING-rekening. Dezelfde dag nog belt ze met Rabobank om het verlies van de bankpas te melden, waarbij ze enkel vertelt dat de pincode ook bij iemand anders bekend is. Op dat moment is er van de 94.000 euro nog 45.000 euro over op de ING-rekening. Dit bedrag is kort na de melding in delen opgenomen en uitgegeven, bij Holland Casino en aan een Rolex-horloge en een iPhone.
Als Rabobank blijft weigeren tot terugbetaling van een deel van het gestolen geld wegens ‘eigen schuld’, stapt de advocate naar de rechter. Ze eist dat de bank in ieder geval 45.000 euro aan haar vergoedt. Volgens haar is de bank onzorgvuldig geweest door geen nader onderzoek te doen naar de overboeking van 94.000 euro. Met betrekking tot die 45.000 euro is er geen sprake van eigen schuld, vindt ze.
Evidente grove nalatigheid
Wat precies de rol is geweest van de stagiaire bij de diefstal van de bankpas en het geld, wordt niet geheel duidelijk uit het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 21 april. Wel vindt de rechter het ‘evident’ dat de advocate zelf ‘grof nalatig’ is geweest en ‘dat de mate van eigen schuld zo groot is dat de schade die zij heeft geleden geheel voor haar rekening moet blijven’.
De pas moet een kleine week voor de verliesmelding van de advocate zijn ontvreemd: in die periode zijn er meerdere overboekingen geweest tussen de betaal- en spaarrekeningen van de advocate, zonder dat zij dit merkte. Ook werd er ingelogd op de rekeningen op momenten dat de stagiaire alleen op kantoor was, waardoor ze ook een Rabo Scanner moet hebben gehad.
De hele gang van zaken is zeer onzorgvuldig, aldus de rechter, die bovendien niet begrijpt waarom de advocate de bankpas met pincode überhaupt aan de stagiaire heeft gegeven. Hiermee heeft ze een enorm risico genomen, vindt de rechter. “Het betreft geen werkzaamheden die normaal gesproken op een kantoor aan ondergeschikten worden opgedragen,” zo staat in het vonnis. “Daarbij geldt ook dat van [de advocate] als normaal geïnformeerde en redelijk oplettende betaaldienstgebruiker op zijn minst mag worden verwacht dat zij geen beveiligingscodes […] afgeeft aan derden.”
Bovendien vertelde de advocaat in het telefoongesprek met de bank niet direct dat de pincode recent aan een stagiaire had gegeven, die een dag eerder alleen op kantoor had gewerkt. “Dit had op haar weg gelegen opdat zij de bank in de gelegenheid zou stellen om adequaat te handelen en verdere schade door de diefstal te voorkomen. […] Voor zover de bank in deze al enig verwijt treft, valt dit in het niet bij de nalatigheid van Eikendreef.”