Een van de zwaarste rechtszaken in enige tijd bij de rechtbank in Den Bosch is woensdagmiddag voor zeker drie maanden uitgesteld, onder meer nadat een van de advocaten van de verdachten de zaak was vergeten, meldt het Eindhovens Dagblad. Bovendien bleek zijn cliënt kwijt, vanuit administratief oogpunt althans.
Twee broers zouden woensdagmorgen terecht staan op verdenking van een roofoverval in Helmond in 1999, waarbij een vrouw ernstig werd verkracht en mishandeld. Dankzij onderzoek van destijds aangetroffen DNA-materiaal konden de twee verdachten in mei 2013 alsnog worden aangehouden. Een van de advocaten kwam woensdag veel te laat op de rechtbank, omdat hij was vergeten dat de zitting woensdag was.
Zijn cliënt bleek ook niet in Den Bosch te zijn. Deze verdachte wilde aanvankelijk niet naar zijn eigen zaak komen, maar de rechtbank had hem toch uit de gevangenis in Breda laten ophalen. Het document waaruit bleek dat de verdachte niet wilde komen, was zoekgeraakt. De uitschrijving in Breda was bevestigd, maar waar de verdachte zich woensdagmorgen nu precies bevond, bleef lang onduidelijk. Op het moment dat de rechtbank met de gevangenis wilde bellen, bleek het personeel aldaar met lunchpauze.
Dit was het moment voor de rechter om na een paar uur te stoppen met de behandeling van de zaak, omdat hij nog nooit zo’n chaotisch verloop van een rechtszaak had beleefd. Hetzelfde geldt voor de advocaat die wel op tijd was, David Moszkowicz. “Ik heb dit in mijn 35-jarige loopbaan nog nooit meegemaakt,” zegt hij tegen Omroep Brabant. De zaak, waarvoor de rechtbank deze week twee dagen had uitgetrokken, zou over circa drie maanden hervat moeten worden.