Slordig, eigengereid, ‘te vriendschappelijk en flirterig gedrag’ ten opzichte van een cliënt, snauwerig naar de rechter, ondoelmatig: de lijst aan verwijten aan het adres van een advocaat die zich veelal inzet voor kwetsbare cliënten is schier eindeloos. Dat rechtvaardigt volgens het Hof van Discipline een schrapping. En toch: er zijn ook betrokkenen die zich minder negatief uitlaten over het enfant terrible.
De uitspraak van het Hof van Discipline dateert van eind januari, maar is tot dusver niet opgepikt door de media. De Raad van Discipline legde eerder een schorsing van 26 weken op. Het Hof van Discipline oordeelt echter dat de advocaat geschrapt moet worden van het tableau.
Het gaat om een advocaat die het vaak opneemt voor de zwakkeren in de samenleving. Volgens het Hof doet hij dit ‘zonder twijfel met goede intenties’.
Echter: zijn praktijkvoering is een zootje. De deken stelt na kantoorbezoeken vast dat opdrachtbevestigingen ontbreken, dat declaraties met derdengelden worden verrekend, cliënten niet over de voortgang van zaken worden geïnformeerd en dat de onderzochte dossiers onoverzichtelijk zijn. Ook neemt de advocaat in strijd met toezeggingen aan de deken zaken aan op rechtsgebieden waarin hij niet gespecialiseerd is en schakelt hij een derde in om voor hem juridische werkzaamheden te verrichten, terwijl deze derde geen jurist is en niet onder een geheimhoudingsovereenkomst werkt.
Daar blijft het niet bij: hij onderhield een ‘te vriendschappelijk en flirterige relatie’ met een cliënte en gaf haar geld, maar brengt haar uiteindelijk financiële schade toe. Daarnaast beroept hij zich in procedures vaak op de kwetsbaarheid en persoonlijke omstandigheden van zijn cliënten, maar laat hij de juridische grondslag van de zaak buiten beschouwing.
Het Hof van Discipline is met de deken van oordeel dat de advocaat geschrapt moet worden. ‘Er is geen vertrouwen dat verweerder een omslag in werken en denken heeft gemaakt of in de toekomst zal (kunnen) maken. Niet alleen voldoet zijn functioneren structureel en in meerdere opzichten niet aan de (minimum)eisen die aan een advocaat worden gesteld en is zijn functioneren in die zin ondermaats; daarnaast heeft het hof geen vertrouwen dat verweerder zich in de toekomst kan ontwikkelen tot een advocaat die wel functioneert op een niveau dat van een advocaat wordt geëist’, aldus het Hof.
Andere geluiden
De deken heeft in deze zaak bij de rechtbank Gelderland navraag gedaan over het functioneren van de advocaat. Zes rechters laten zich overwegend negatief uit over hem. Hij brengt kansloze zaken aan, zijn vakinhoudelijke kennis over arbeidsrecht en huurrecht is onvoldoende, zijn procestukken zijn slordig, komt slecht voorbereid op de zitting, hij heeft ‘een zeurderige toon’ en is zelden bereid tot constructief overleg.
Het Hof van Discipline hecht er waarde aan: ‘Deze signalen zijn te meer belangwekkend en veelzeggend, omdat vanuit de rechtspraak doorgaans grote terughoudendheid bestaat om negatieve ervaringen met individuele advocaten op schrift te stellen’.
Er zijn ook minder negatieve opmerkingen. ‘Een kantonrechter vindt het functioneren van verweerder niet zo slecht dat actie vanuit de rechtbank geboden is. Een bestuursrechter heeft twaalf zaken met verweerder gedaan en zag in geen van die zaken aanleiding voor opmerkingen over het functioneren van verweerder.’ Deze geluiden leggen naar het oordeel van het Hof ‘echter onvoldoende gewicht in de schaal tegenover al de andere aanwijzingen dat er – structureel – te veel schort aan het functioneren van verweerder’.
Klik hier voor de uitspraak