De gearresteerde en geschorste advocaat Jan Piet van Rossum wordt door het Openbaar Ministerie tevens verdacht van witwassen. De Telegraaf bericht donderdag over sterke vermoedens van het OM dat de advocaat, die nog in voorarrest zit, bankierde voor een frauderende zorgstichting en dat hij verdachte transacties niet meldde, ondanks de meldplicht die advocaten hebben in het kader van de Wwft.
Van Rossum werd aangehouden in het kader van het strafonderzoek naar zijn cliënt Klaas Otto, voormalig leider van motorclub No Surrender, op verdenking van beïnvloeding van getuigen. Zowel op zijn kantoor als in zijn woning trof de politie een buiten werking gesteld drugslab aan. De apparatuur, 3,4 kilo amfetamine, 50 kilo vulmiddel voor pillen en de kantoorboekhouding werden in beslag genomen. Kort na zijn aanhouding schorste de Amsterdamse Raad van Discipline de advocaat, die nog altijd in hechtenis zit, voor onbepaalde tijd.
Uit de in beslag genomen kantoorboekhouding komen volgens het OM witwaspraktijken door Van Rossum naar voren, rond de van fraude verdachte Zorginstelling Stichting Vivence. Deze zorginstelling ging eind vorig jaar failliet: kort daarvoor waren een bestuurder, toezichthouders en een accountant aangehouden op verdenking van gesjoemel met zorggeld. De advocaat zou zichzelf 110.000 euro hebben toegeëigend.
Volgens de tuchtuitspraak van de Raad van Discipline van begin maart inzake de schorsing voor onbepaalde tijd nam de curator van de stichting overigens in december 2016 al contact op met deken over de situatie bij de failliete zorginstelling. Van Rossum weigerde vervolgens om de betreffende dossiers over te dragen aan de deken.
Bij een van de doorzoekingen van zijn advocatenkantoor, in februari dit jaar, was een lid van de Amsterdamse orde aanwezig. Die omschreef het kantoor ‘als een grote ongeorganiseerde bende’ en rapporteerde verder: ‘Veel of bijna alles wat ingekeken is, levert een sterk vermoeden van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen op en met name lijkt het erop dat de WWFT stelselmatig overtreden wordt’.