Een 54-jarige advocaat uit het Drenthse Roden hangt een celstraf van een jaar boven het hoofd wegens faillissementsfraude en bedrieglijke bankbreuk. Het Openbaar Ministerie (OM) beschuldigt de man ervan tussen mei 2017 en april 2019 betrokken te zijn geweest bij het onttrekken van onroerend goed uit het faillissement van zijn cliënt, een 71-jarige oud-bouwondernemer uit Geeste (Duitsland).
De ondernemer werd in april 2018 failliet verklaard. Hij had een bouwbedrijf aan de Goringdijk in Gees, maar zijn financiële problemen dateerden al van 2004, toen de belastingdienst een naheffing van 1,3 miljoen euro oplegde voor niet-betaalde pensioenpremies van Duitse personeel. In 2011 had de ondernemer bovendien een schuld van 88.000 euro bij het advocatenkantoor van de verdachte, een bedrag dat hij niet had voldaan.
Ondanks deze financiële problemen, besloot de advocaat de man in 2015 opnieuw te helpen, hoewel de ondernemer nog steeds niet had betaald voor eerdere diensten. Het OM stelt dat de advocaat elf maanden voor het faillissement een constructie opzette om zijn eigen belang te beschermen, ten koste van andere schuldeisers. Dit gebeurde onder andere door de boerderij van de ondernemer in Gees via een lening over te dragen aan de ex-vriendin van de ondernemer, zodat het pand buiten het faillissement zou blijven. Ook bij een ander onroerend goed in Emmer-Compascuum zou soortgelijke fraude hebben plaatsgevonden.
Voorkennis
De officier van justitie benadrukte tijdens de rechtszitting dat de advocaat, die thuis is in het ondernemersrecht, opzettelijk met voorkennis handelde om zichzelf te bevoordelen. Het OM rekent het de verdachte zwaar aan dat hij de situatie bewust heeft gemanipuleerd, ondanks dat hij wist dat andere schuldeisers geen aanspraak meer konden maken op de bezittingen.
De advocaat werd verder geconfronteerd met de veroordeling van de ondernemer in 2010 voor faillissementsfraude, waarvoor hij een celstraf van twintig maanden uitzette. Het OM hield in zijn strafeis rekening met de geringe omvang van het advocatenkantoor, maar stelde dat de tijdsverloop en het blanco strafblad van de verdachte matigend werkten. Voor de bv van de advocaat werd een boete van 50.000 euro geëist.
De uitspraak in de zaak wordt op 16 december verwacht.