Hij greep te laat in, de advocaat die op een vrijdagavond in december 2013 werd ingeschakeld om een verdachte van een roofoverval bij te staan. De slachtoffers bleken tot zijn vaste cliënten te behoren. Drie dagen later, na de piketfase, droeg hij de zaak over, maar zijn cliënten beschuldigden hem toch van belangenverstrengeling. Terecht, oordeelt de Raad van Discipline: hij had de zaak direct moeten overdragen.
De roofoverval zelf vond plaats op 19 november 2013, in Vinkeveen. De vrouw des huizes werd hierbij mishandeld, vastgebonden en met de dood bedreigd door meerdere mannen, die er vandoor gingen met de inhoud van de kluis. Een van de verdachten werd op 13 december aangehouden, waarop diens vader de betreffende advocaat verzocht om zijn zoon bij te staan.
De advocaat ontdekte op zondag 15 december wie de slachtoffers van de overval waren; twee van zijn vaste cliënten bij wie hij zelfs wel eens over de vloer was geweest. Toch stond hij een dag later de verdachte nog bij in diens voorgeleiding bij de rechter-commissaris. Wel had hij naar eigen zeggen al voor deze behandeling besloten de verdachte niet verder bij te staan, mocht die in hechtenis blijven. De verdachte werd overigens op vrije voeten gesteld, om een jaar later alsnog te worden aangehouden. Eind deze maand staat hij voor de rechter vanwege de overval, met twee medeverdachten.
Impact
De laatste keer dat de advocaat de klagers bijstond was in 2011, in een zakelijke kwestie. Eerder had hij het echtpaar bijgestaan in een zaak over een verbouwing en in een vergunningsverlening. Toen zij in februari 2014 een beroep op hem deden in een nieuwe zaak en de vrouw enkele schriftelijke vragen aan hem stelde over haar positie als slachtoffer, biechtte hij hen telefonisch pas op dat hij kort – enkel in de piketfase – een verdachte van de overval op hun woning had bijgestaan. Het echtpaar diende hierop een klacht in bij de deken.
De advocaat zei tegenover de tuchtrechter dat hij de impact van de overval pas ten volle besefte toen hij vlak voor de voorgeleiding van de verdachte het proces-verbaal inzag. Toen nam hij direct contact op met een collega-advocaat. Dat had hij echter zondag of nog eerder al moeten doen, vindt de Raad van Discipline.
‘Hij had zich moeten realiseren dat zijn eerdere optreden in meerdere zaken voor klagers in zowel zakelijke als privéaangelegenheden meebracht dat hij door hen nog steeds gezien werd als hun vertrouwenspersoon c.q. huisadvocaat,’ aldus de uitspraak van de raad. ‘Verweerder had alles op alles moeten zetten om nog die zondag tot een behoorlijke overdracht van de zaak te komen. Hij had daarvoor onder meer de eerdere piketadvocaat kunnen benaderen. Door zelf nog bij de voorgeleiding voor de rechter-commissaris aan verdachte bijstand te blijven verlenen, heeft verweerder het vertrouwen van klagers beschaamd.’
Bij de op te leggen maatregel houdt de Raad van Discipline er wel rekening mee dat de advocaat zijn fout heeft ingezien: een enkele waarschuwing is zijn deel.