Baukje Kooi, een familierechtadvocaat uit Dokkum, dringt er bij de rechtbank in Leeuwarden op aan om passieve beheersing van het Fries te eisen voor al het personeel. Ze is ervan overtuigd dat dit de rechtsgang aanzienlijk zou verbeteren. Kooi, zelf Friestalig opgevoed, wil de Friese taal een prominentere rol geven in de rechtbank.
Foto: Een Friese vlag (ANP / Hollandse Hoogte Venema Media)
In een recente bijdrage aan een rondetafelgesprek in Den Haag over de nieuwe bestuursafspraak over de Friese taal en cultuur (BFTK), benadrukte Baukje Kooi dat Fries niet alleen relevant is voor strafrechtzaken maar ook in het persoons- en familierecht. Ze pleit voor een minimale beheersing van het Fries door al het rechtbankpersoneel, inclusief rechters, om een betere communicatie met Friestalige cliënten mogelijk te maken. Dit meldt Omrop Fryslân.
Het familierecht behandelt gevoelige zaken zoals huwelijk, scheiding, uithuisplaatsing en erfrecht, waarbij emoties hoog kunnen oplopen. Kooi benadrukt dat mensen zich het beste kunnen uiten in hun moedertaal, vooral wanneer het emotioneel beladen situaties betreft. Ze gelooft dat het begrijpen en spreken van het Fries door het rechtbankpersoneel de rechtsgang zal bevorderen en het aantal beroepen zal verminderen.
Basisniveau
Kooi stelt voor om personeel in de rechtbank in Leeuwarden ten minste een basisniveau Fries te laten beheersen. Ze benadrukt dat dit niet alleen gunstig is voor de cliënten maar ook voor de rechtbanken zelf. Kooi verwoordt het als volgt: “De cliënt vindt het al moeilijk. Dat vergeten we wel eens, mensen zijn hartstikke zenuwachtig als ze in de rechtbank hun verhaal moeten doen. Als de rechter dan zegt ‘doch it mar yn it Frysk’, dan zie je de schouders zakken. Dat is nu volstrekt een uitzondering.”
De advocaat familierecht is van mening dat het volgen van een cursus Fries voordat personeel in dienst treedt, een eenvoudige oplossing is. Ze benadrukt dat het niet alleen gaat om strafrechtzaken maar ook om familierechtelijke kwesties. Hoewel ze erkent dat het misschien niet haalbaar is om personeel op andere locaties dan Leeuwarden Fries te laten beheersen, stelt ze voor Friese zaken zoveel mogelijk lokaal te behandelen.
Vloeiend hoeft dit van haar overigens niet te zijn. “Wat is er mis met een cursus Fries voordat je in dienst treedt? Als ze het in ieder geval maar verstaan.” Baukje Kooi roept ook op tot meer aandacht voor het Fries in het onderwijs. Ze benadrukt dat het behoud en de promotie van de Friese taal cruciaal zijn, niet alleen in de rechtspraak maar ook in het bredere onderwijslandschap. Kooi eindigt met een krachtige boodschap: “Willen is kunnen. Het moet.”