Een Limburgse advocaat is van het tableau geschrapt door de Raad van Discipline omdat hij tekst had toegevoegd in een e-mail van een andere advocaat – die van de wederpartij. Hij voegde een tekstpassage in: het koppel aan wie de mail uiteindelijk was gericht, moest een extra geldbedrag van ruim 6.000 euro overmaken naar zijn kantoor, een verzoek waar het stel gehoor aan gaf. Het bedrog kwam echter snel uit.
Zowel de advocaat wiens e-mail was gemanipuleerd als de gedupeerde cliënten dienden klachten in tegen de advocaat – tevens kantooreigenaar – en zijn kantoorgenoot, wiens naam onder een andere bedrieglijke e-mail stond. Twee klagers waren eerst cliënten van de kantoorgenoot. Vanaf eind januari 2015 stond de geschrapte advocaat hen bij in een geschil over de aankoop van een woning, zo blijkt uit de uitspraak van de Raad van Discipline ’s-Hertogenbosch van maandag 4 april.
In een mailwisseling na afloop van de zaak – die eindigde met een vaststellingsovereenkomst – voegde de advocaat een passage toe in een mail van de advocaat van de verkoper van de woning en stuurde deze door aan de klagers. Zijn toevoeging aan de mail: ‘De overeengekomen kostenbijdrage van 6.050,- incl. btw […] dient separaat vergoed te worden op mijn kantoorrekening via uw derdenrekening’. De klagers voldeden braaf aan dit verzoek.
Circa een maand later vroeg het stel echter aan zowel het kantoor van de verweerders als het kantoor van de advocaat van hun wederpartij om een specificatie van de betaalde 6.050 euro. De kantooreigenaar stuurde een antwoord met een misleidende verklaring met de naam van zijn kantoorgenoot eronder: het bedrag was bestemd voor de wederpartij. Het kantoor van de verkoper liet echter weten helemaal geen e-mail met een verzoek tot extra betaling te hebben verstuurd. De kantoorgenoot van de geschrapte advocaat verklaarde hierop zelf geen e-mail met een specificatie te hebben geschreven, ook al stond zijn naam er wel onder.
Het kantoor betaalde het bedrag van 6.050 euro weliswaar netjes terug, maar dit voorkwam niet dat zowel de betrokkenen als de advocaat wiens mail was aangevuld klachten indienden tegen de kantooreigenaar en zijn collega. De beschuldigingen: valsheid in geschrifte en oplichting.
De verweren van de kantooreigenaar dat hij ten tijde van het voorval ‘in een hypomane fase zat’ cq. licht-manisch was en andere gezondheidsklachten heeft waardoor hij deels arbeidsongeschikt is, mogen niet baten. ‘Vast staat dat hun wederpartij noch haar advocaat aanspraak op dat bedrag had gemaakt’, aldus de raad, die besluit tot schrapping van het tableau. ‘Verweerder heeft door het vervalsen van de inhoud van de meergenoemde e-mail niet alleen zijn eigen cliënten benadeeld (ten voordele van hemzelf), maar ook heeft hij de advocaat van de wederpartij en zijn eigen kantoorgenoot in diskrediet gebracht.’
De klacht tegen de betreffende kantoorgenoot wegens betrokkenheid is door de raad ongegrond verklaard. Het is aannemelijk dat hij ‘geen bemoeienis met of voorafgaande kennis van het versturen van de gemanipuleerde e-mailberichten van 5 februari 2015 en 12 maart 2015 aan klagers heeft gehad’.