Een Amsterdamse advocaat die twee mobieltjes rechtstreeks naar zijn cliënt in de gevangenis stuurde, mag twee maanden niet meer naar binnen. Hij eist in een kort geding toegang tot de gevangenis, omdat anders cliënten de dupe worden van zijn fout.
De advocaat zegt dat er geen sprake was van opzet en noemt het een zeer onhandige fout, maar vindt de maatregel te ver gaan. Hij heeft een kort geding aangespannen, omdat hij twee cliënten die binnenkort voor de rechter moeten verschijnen nu niet kan bezoeken.
De mobieltjes, opladers en simkaart waren door het Openbaar Ministerie in beslag genomen in de strafzaak tegen de cliënt. De politie gaf de spullen aan de advocaat, die ze vervolgens naar de gevangenis stuurde. De advocaat stuurde de spullen per ongeluk niet naar de directie, maar naar zijn cliënt.
De advocaat zegt in de dagvaarding dat hij “20 jaar advocaat is en van onbesproken gedrag”. Hij accepteert dat de deken van de Orde van Advocaten een klacht tegen hem heeft ingediend. Hij is “bereid om een bepaalde periode (laten we zeggen van zes maanden) vergaande toezichtsmaatregelen te ondergaan,” aldus de dagvaarding. De advocaat denkt daarbij onder meer aan extra fouilleren en het achter glas laten plaatsvinden van gesprekken met zijn cliënt.