Wie zijn de advocaten die de Nederlandse Zuidas-kantoren vertegenwoordigen in het buitenland? In de reeks Advocaat in den Vreemde praten zij over wonen en werken vanuit een buitenlandse metropool, de focus van hun kantoor aldaar en cultuurverschillen. In aflevering 2: Jan Bogaert, partner van Stibbe en sinds 2012 werkzaam in Hong Kong. “Wij vormen een vooruitgeschoven voorpost van het Benelux-kantoor.”
Door Joris Rietbroek
Op een zaterdagmorgen in april keert Jan Bogaert terug in Hong Kong na een lange treinreis vanuit Vietnam. Diezelfde avond nog vliegt hij naar Brussel om een weekje bij te praten met Stibbe-partners en cliënten in de Benelux. Nu was hij in Vietnam weliswaar voor een weekje vakantie, maar zulke reisschema’s zijn niet uitzonderlijk voor een Benelux-advocaat in Hong Kong, met de ogen vol gericht op China. Geen probleem dus om tussen het reizen door en onder het genot van dim sum meer te vertellen over de activiteiten van Stibbe in Hong Kong en China.
Bogaert begon in 2003 bij Stibbe in Brussel, waar hij zich specialiseerde in Corporate M&A en private equity. Als advocaat-medewerker werkte hij een tijdje in New York. Zo vanaf 2010 wisten steeds meer Chinese partijen Stibbe te vinden, vertelt hij. “Toen ontstond het idee om naast Londen, New York en Dubai ook een kantoor in China op te richten, om ter plaatse meer over de markt te leren en uiteraard meer werk in China te genereren.”
Toch werd de vestigingsplaats Hong Kong, de aangrenzende bestuurlijke regio met aparte status. “Daar discussieerden we destijds uitgebreid over: moesten we ons in Beijing, Shanghai of Hong Kong vestigen?” weet Bogaert nog. “Om praktische redenen werd het Hong Kong. Het is makkelijker je hier als onderneming te vestigen, in een free open economy. Je zet een vennootschap op, en zes weken later heb je de vergunning van de law society. Zoiets duurt in China gerust negen tot achttien maanden. Ten tweede is toegang tot je bestanden op Europese servers in mainland China ontzettend traag, wat in Hong Kong geen probleem is. Ten derde is Hong Kong een financieel wereldcentrum en wemelt het er van de adviseurs, zakenbankiers, enzovoorts. Tot slot komen onze klanten van overal uit China, van Guangdong tot Beijing. Vanuit Hong Kong zitten we geografisch het dichtst bij cliënten in de zuidelijke provincies. Het is hooguit iets verder naar Shanghai en Beijing, maar die steden zijn goed te bereizen.”
Taalbarrière
Bogaert greep zomer 2012 de kans om de Stibbe-vestiging in Hong Kong op te zetten en verhuisde met vrouw en kinderen naar een appartement in de wijk Wan Chai, tien minuten van het uiteindelijk drie man sterke Stibbe-kantoor aan Garden Road. Zulke buitenlandse teams zijn van nature klein opgezet. “Het is van belang dat een lokaal dealteam ‘s morgens de telefoon kan oppakken en door China kan reizen, maar het is niet nuttig om met meer dan vijf mensen op zo’n plek te zitten.” Verder heeft Stibbe Hong Kong een Chinese advocaat over de vloer, evenals de vestigingen in Amsterdam en Luxemburg overigens. “Die heb je hard nodig in verband met de taalbarrière en culturele verschillen.”
De taalbarrière met de Chinezen is immers enorm, zelfs al spreekt Bogaert inmiddels een aardig mondje Mandarijn. “Wij westerlingen spreken allemaal goed Engels,” schetst hij. “Zeker toen ik hier vijf jaar geleden kwam, waren er weinig Chinezen met een aanvaardbaar niveau van Engels. De taalbarrière krimpt tegenwoordig iets: China stuurt steeds meer studenten naar Engeland, de VS en Australië; die komen goed Engels sprekend terug. Zij beginnen wel aan de onderkant bij bedrijven. Met hen hebben wij contact, niet met de baas in de ivoren toren. Die spreekt enkel Chinees, dus je moet documenten in het Chinees kunnen opleveren.”
Het grote verschil met De Brauw Blackstone Westbroek in Shanghai (zie de vorige aflevering van Advocaat in den Vreemde): De Brauw bedient vooral Nederlandse cliënten in China, terwijl Stibbe zich richt op investeringen van Chinese bedrijven en private equity-partijen in Nederland, België of Luxemburg, of via de Benelux in andere landen. Zodoende adviseert Stibbe in Hong Kong uitsluitend over Nederlands, Belgisch en Luxemburgs recht, niet over Chinees of Hong Kongs recht. “In die zin is ons kantoor in Hongkong een vooruitgeschoven voorpost van de Benelux-capaciteit van Stibbe,” zegt Bogaert. “We doen ook wel werk voor cliënten in Singapore, Korea of Japan, maar de grootste trofee blijft China. Daarvoor zijn we hier.”
Restricties
In de afgelopen jaren kreeg Stibbe er dan ook steeds meer werk: 2015 en 2016 waren zeer succesvol, zegt Bogaert. Dit jaar begon minder goed, wat te wijten is aan restricties die de Chinese regering eind 2016 oplegde om de uitstroom van kapitaal te verminderen. De waarde van outbound transacties in China keldere in het eerste kwartaal van 2017 acuut met 80%. “Sinds 3 december zijn er vele beperkingen ingevoerd op het omzetten van RMB naar buitenlandse valuta,” verduidelijkt Bogaert. “Dus Chinese bedrijven die een buitenlandse aankoop willen doen en vervolgens hun RMB niet mogen omzetten naar euro, hebben een groot probleem. Ofwel: in het eerste kwartaal van dit jaar was deze markt dood. Die regeling is voor niemand goed, niet voor cliënten, niet voor bankiers, niet voor advocaten. Het is weliswaar een tijdelijke maatregel, maar we zijn er wel met z’n allen slachtoffer van. Uiteraard zijn er nog deals door bedrijven die al over buitenlandse valuta beschikken, en ook strategische M&A-transacties zullen op den duur weer doorgaan, al is het nu even minder.”
Wat Bogaert nog het interessantst vindt aan de markt in een land in economische ontwikkeling en met 1,4 miljard inwoners: “Je vindt er bedrijven in alle mogelijke stadia van ontwikkeling, van het internationale Alibaba tot bedrijven die nog nooit hun stad zijn uitgeweest. En toch kan ook zo’n bedrijf opeens beslissen: we gaan een bedrijf in België overnemen. Hier in China is écht geen enkele klant hetzelfde.” En dan hebben veel bedrijven amper ervaring met het inhuren van externe juridisch adviseurs, laat staan buitenlandse advocaten. “Veel Chinese bedrijven zien advocaten nog vooral als een vervelende kostenpost, een noodzakelijk kwaad. Ze begrijpen veelal de toegevoegde waarde van nuttig advies nog niet. Dus betalen ze er niet graag voor. Dat maakt de rol van de advocaat hier anders: je bekleedt meer een technische functie dan dat je strategisch adviseur bent, zoals in het westen.”
‘Het is een persoonlijke business’
Een scenario dat zich volgens Bogaert bijvoorbeeld kan afspelen binnen een Chinees bedrijf: ‘We hebben advies nodig, maar weet je wat: we nemen een bestaand document, vervangen Chinese law door Dutch law en sturen het naar een buitenlandse advocaat die vervolgens moet zeggen dat alles in orde is’. Met andere woorden: serieus werk genereren en de Chinese cliënt overtuigen van nut en noodzaak van juridisch advies is een uitdagende klus. “Maar dat neemt niet weg dat hier genoeg werk is om iedereen bezig te houden,” stelt Bogaert. “Waarom klanten dan voor ons kiezen? Lastig te zeggen… meedenken met de klant en fixed fees aanbieden helpt, al is het soms vooraf onmogelijk in te schatten hoeveel tijd een transactie zal kosten. En als je halverwege alsnog met je cliënt moet praten over fees… dat is niet goed voor je trusted relationship. Uiteindelijk zitten we toch in een persoonlijke business: ze moeten je aardig vinden en je een stukje van de Chinese koek gunnen.”
Om deze gunnende cliënten persoonlijk te ontmoeten, reist Bogaert zeven tot tien dagen per maand door China. “Ik kom veel in de provincies ten noorden van Hong Kong en ben maandelijks wel in Shanghai of Beijing. Soms ook in Taipei of Singapore. Chinese clientèle ontwikkelen doe je immers niet van achter je bureau.” Het vele reizen blijft meestal leuk, maar eerlijk is eerlijk: “Als je voor de dertigste keer in Beijing staat en je vlucht is weer eens geannuleerd wegens slecht weer of luchtvervuiling, dan is het wel gedaan met die romantiek van het reizen. Maar verder is alles wat je hier ziet natuurlijk fantastisch. In Beijing of Shanghai voel je echt de kracht en ambitie van deze natie, een ambitie die we in Europa nog steeds onderschatten en waarvoor veel mensen hier bereid zijn om keihard te werken.”
Terug naar Europa
Later dit jaar zal Bogaert terugkeren naar het Stibbe-kantoor in Brussel. Met gemengde gevoelens, dat zeker. “Het leven is hier goed en het is jammer deze zelf opgebouwde praktijk achter te laten. Toch is het goed om terug te keren naar de dynamiek van een groter kantoor en om weer meer met de praktijk bezig te zijn. Mijn rol hier is immers vooral het kantoor vertegenwoordigen, business development. Verder komen mijn kinderen op de leeftijd om naar de middelbare school te gaan. Ook in dat licht is het beter om terug naar huis te gaan. Ik heb verder altijd geweten dat ons verblijf tijdelijk zou zijn. De bedoeling was drie jaar, het werden er vijf, en we hebben een geweldige tijd gehad.”
En daarbij zal Bogaert vanuit Brussel naar China blijven reizen. “Ik kan mijn contacten natuurlijk niet in de vergeetput steken. Mijn opvolger zal weer op een andere manier deze markt gaan benaderen, waar ik mezelf in deze rol niet steeds opnieuw kan uitvinden.”
Ook naar het buitenland?
Wat is het advies van Bogaert aan studenten of jonge advocaten met aspiraties om in het buitenland te werken? “Het is misschien een open deur, maar begin met een goede opleiding, werk hard, maar verwaarloos je sociale leven niet, want social skills heb je evengoed nodig. Net als digital savviness en talenkennis: dat zijn geen gebieden waar advocaten automatisch in uitblinken, maar ze zijn wel belangrijk. Wij lagelanders spreken goed Engels, maar naar mijn smaak is er in het westen nog weinig aandacht voor Chinees. Chinezen verwachten ook van buitenlandse adviseurs dat zij in het Mandarijn kunnen communiceren. Daar moeten wij op termijn een antwoord op kunnen bieden. Voor het overige: als zich een opportuniteit aandient: take the plunge.”