Wie zijn de advocaten die de grootste Nederlandse kantoren vertegenwoordigen in het buitenland? In de reeks Advocaat in den Vreemde praten zij over werken in een buitenlandse metropool, de focus van hun kantoor aldaar en cultuurverschillen. In aflevering 4: Elizabeth van Schilfgaarde, finance partner van NautaDutilh in New York. “We doen hier supercoole dingen.”
Door Joris Rietbroek
Nu ja, advocaat ‘in den vreemde’…. Dankzij een Amerikaanse moeder mag Elizabeth van Schilfgaarde zich half Amerikaanse noemen. Bovendien werkt ze inmiddels alweer ruim twintig jaar voor NautaDutilh in New York, de stad die dus in wezen haar thuis is. “Ik heb zodoende altijd met één been in Amerika gestaan. En toch: als je opgroeit in twee culturen, dan heb je altijd een beetje heimwee. Ben ik in Nederland, dan heb ik heimwee naar Amerika, en andersom. Toch ben ik het liefste hier, als ik echt zou moeten kiezen.”
Van Schilfgaarde studeerde eerst rechten in Nederland en behaalde in 1990 haar LL.M. titel aan de befaamde Harvard Law School in Cambridge, Massachusetts. In 1996 begon ze bij NautaDutilh, waar ze in 1998 partner werd. Ze geeft leiding aan de New Yorkse vestiging van het kantoor, waar zij finance partner is, gespecialiseerd in grensoverschrijdende financiële transacties en herstructureringen. Harm Kerstholt is de Corporate/M&A partner bij de Amerikaanse vestiging. Momenteel adviseert NautaDutilh New York enkel nog over Nederlands recht aan Nederlandse dan wel Amerikaanse partijen. Binnenkort komt er ook Luxemburgs recht bij, inclusief de komst van een Luxemburgse advocaat.
Nu bestaat het New Yorkse NautaDutilh-team nog uit vijftien mensen, waaronder zeven advocaten, een kandidaat-notaris, een fiscalist en een paralegal. “We hebben zodoende een breed samengestelde, generalistische team,” zegt Van Schilfgaarde. “Het sterke hieraan is dat iedereen er nog sterker aan gewend raakt om over de grenzen van eigen expertises en rechtsgebieden heen te werken. Ik hoor dat mensen die hier zijn geweest en eenmaal terug zijn in Nederland, makkelijker samenwerken, omdat ze meer aspecten van advisering van dichtbij hebben meegemaakt.”
NautaDutilh probeert zoveel mogelijk van haar jongere advocaten de kans te gunnen om een tijdje in New York (of Londen) te werken. Er zijn altijd meerdere medior en senior medewerkers aanwezig gedurende een vooraf afgesproken periode. En ook rechtenstudenten maken kans: er is op het New Yorkse kantoor altijd één studentstagiaire aanwezig, steeds voor een periode van twee maanden. “Veel studentstagiaires die ervaring opdoen in New York, worden uiteindelijk bij ons aangenomen. Deze stages zijn uiteraard heel populair. Je krijgt hier dan ook ontzettend veel mee, inclusief de grote transacties waar we aan meewerken.”
Kleine schakel in een groter geheel
In New York vormt NautaDutilh meestal slechts een onderdeeltje van zo’n grote transactie, steevast met een Nederlandse component. Zo treedt Van Schilfgaarde bijvoorbeeld geregeld op voor banken die een bedrijf of een overname met een Nederlands aspect financieren. “Zo waren we recent de Nederlandse advocaten van de banken in de acquisitie van Bureau van Dijk door Moody’s. Latham & Watkins was de Amerikaanse counsel van deze banken. We vervullen dan de rol van co-counsel naast andere Amerikaanse adviseurs. We zijn een kleine schakel in een groot proces, en zelden de lead. Het gaat erom te bepalen hoe het doel van bijvoorbeeld die ene Amerikaanse partij past binnen het Nederlandse recht. Bij de grotere deals, zeker als een flink deel ervan Nederlands is, werken we samen met het dealteam in Nederland. Grofweg de helft tot tweederde doen we hier.”
Ook het fungeren als zo’n kleinere schakel kan na al die jaren nog steeds uitdagend zijn, geeft Van Schilfgaarde aan. “Amerikaanse cliënten hebben vaak een zeer duidelijk beeld van wat ze willen. Het is dan zaak goed door te vragen om als advocaat te weten komen of het betreffende concrete plan binnen het Nederlandse recht past. Van te snel getrokken conclusies wordt niemand gelukkig. We maken zelden tot nooit mee dat iets ‘gewoon’ is. En dat is iets waar je als advocaat natuurlijk wel zin in moet hebben.”
Niet voor watjes
En dan is er nog het verhaal dat met name Amerikaanse cliënten uitzonderlijk veeleisend zouden zijn, al denkt Van Schilfgaarde dat dit tegenwoordig nauwelijks nog verschilt van cliënten in Europa, Azië of waar ook ter wereld. “Ik geloof niet dat hoge druk gebonden is aan een geografische locatie; de advocatuur overal ter wereld is niet voor watjes,” zegt ze. “De markt is hier bijzonder sterk, so you have to bring your A game. Je moet het als advocaat leuk vinden dat de verwachtingen hoog zijn, verwachtingen waaraan je moet wíllen voldoen. Dat zit hem in commitment en beschikbaarheid, maar ook in de bereidheid om voortdurend te blijven nadenken. Zoals gezegd: de cliënt heeft ongetwijfeld een goede reden voor zijn of haar plan, dus moet je als adviseur eindeloos door blijven denken en vragen. Natuurlijk, zo’n manier van werken moet je wel aanspreken.”
En je moet er als NautaDutilh-advocaat in New York geen moeite mee hebben dat de kantoornaam daar ‘eigenlijk niet zoveel voorstelt’, zeker vergeleken met de status van de grootste Amerikaanse kantoren. “Ook daar moet je tegen kunnen,” aldus Van Schilfgaarde. “Hoe leuk je als kantoor ook meedraait in Nederland, in New York is NautaDutilh geen household name. Ik heb hier een partner gehad die toch graag weer als lead op de voorgrond wilde treden. Dat verschil in prominentie zat hem dwars. Aan de andere kant zijn we hier vooral bezig met het adviseren van Amerikaanse advocatenkantoren, banken en cliënten. Alles wat we doen heeft in die zin een Amerikaans tintje, dat is het mooie eraan. De naam NautaDutilh zal de taxichauffeur niets zeggen, maar in de markt die we hier bedienen is onze naam heel behoorlijk gevestigd.”
Bewustwording van rechtssystemen
Het schetsen van de rol van een juridisch adviseur in de VS, brengt Van Schilfgaarde even terug naar haar periode op Harvard. “Daar leerde ik, tijdens het bestuderen van verschillende rechtsboeken in de bibliotheek, om me werkelijk eigen te maken dat zowel een Nederlands als een Amerikaans rechtssysteem even vanzelfsprekend is. Er is niet ‘een beste systeem’. Die bewustwording vond ik ontzettend waardevol. Dus wat ik nog steeds meegeef aan mensen die hier willen werken: als je je eigen maakt dat een ander systeem even vanzelfsprekend en waardevol is, dan word je vanzelf een betere advocaat.”
En dan kun je vanzelf flexibeler omgaan met hindernissen die de verschillen tussen rechtssystemen uiteraard wel degelijk kunnen opwerpen. “In de VS kun je registers doorzoeken, bijvoorbeeld om te zien of er vorderingen zijn op naam van een partij. Dat is een zogenoemde lean search, en het is vaak het eerste waar een Amerikaanse bank of financiële instelling om vraagt. En dan moet je als Nederlands adviseur dus zeggen dat dit in Nederland niet kan. Dat is ongemakkelijk, maar daar is dan geen oplossing voor. In zo’n geval hangt veel af van de manier waarop je zo’n boodschap brengt, want zoiets kan natuurlijk het vertrouwen van de klant beschadigen. Het is dan essentieel om heel duidelijk te maken dat hij of zij in goede handen is bij ons, adviseurs over het Nederlandse rechtssysteem waarin soms andere regels gelden.”
In die zin zijn Nederlandse advocaten en hun kantoren ook ambassadeurs voor de Nederlandse economie, vindt Van Schilfgaarde. “Dat proberen we ook heel bewust uit te stralen. Want laten we wel wezen: het is simpelweg heel mooi dat we als klein land zo’n internationale economie hebben en dat wij als Nederlands kantoor hier in New York de Amerikaanse business kunnen ondersteunen. We doen hier supercoole dingen.”