Een advocaat heeft van de Amsterdamse Raad van Discipline een enkele waarschuwing gekregen nadat er tijdens de controle bij de entree van de Penitentiaire Inrichting Heerhugowaard een zak wiet uit zijn jaszak was gevallen. Volgens de advocaat gebruikt hij zelf geen softdrugs, en was de wiet ook niet bestemd voor een gedetineerde.
‘De raad is van oordeel dat verweerder, door een zakje, waarvan hij zelf zegt dat hij vermoedde dat er wiet in zat, bij zich te dragen toen hij een cliënt in de PI wilde bezoeken, heeft gehandeld zoals een advocaat niet betaamt,’ aldus de raad. ‘Dat verweerder vergeten was dat het zakje nog in zijn jaszak zat, zoals hij aanvoert, doet daar niet aan af.’
Tegen de teamleider beveiliging verklaarde de advocaat dat hij het zakje op straat had gevonden. Uit de verklaring van die teamleider: ‘Meneer vertelde dat hij het herkende als wiet en had het in zijn zak gestopt. Hij gaf aan zelf nog nooit gerookt of gebruikt te hebben waarop ik vroeg hoe hij het dan herkende. Daarop vertelde hij dat hij wel eens vrienden over had uit Amerika die hier dan wel eens naar de koffieshop gingen.’