Een advocaat die een M&A transactie begeleidt, heeft niet voorkomen dat een aanbiedingsplicht ten opzichte van een medeaandeelhouder wordt getriggerd. Daarna lijkt de advocaat te adviseren dat die medeaandeelhouder geen beroep kan doen op zijn ‘right of first refusal’. Is de advocaat hiervoor aansprakelijk, en zo ja, welke schade vloeit daaruit voort?
In deze case van VLC & Partners gaat het over de werkzaamheden die een advocaat heeft verricht in het kader van een M&A-transactie. Het ging daarbij om de verkoop van (de aandelen van) een concern van vennootschappen aan een investeringsmaatschappij, via een speciaal daarvoor opgericht vehikel. Eén van de te verkopen vennootschappen was een Frans bedrijf, waarvan X (die deel uitmaakte van het concern) voor de helft eigenaar was. De andere aandeelhouder had (onder omstandigheden) een ‘right of first refusal’. Er gold dus een zogenaamde aanbiedingsplicht.
De advocaat heeft geadviseerd over de wijze waarop de aandelen van dit Franse bedrijf zouden kunnen worden overgedragen aan de investeringsmaatschappij, zonder dat de andere aandeelhouder zijn ‘right of first refusal’ kon uitoefenen, namelijk (gemakkelijk gezegd) door via een omweg over te dragen. Toen de andere aandeelhouder het deed voorkomen alsof hij geen beroep zou doen op zijn ‘right of first refusal’, hebben eisers toch goedkeuring gevraagd voor rechtstreekse overdracht. Vervolgens deed de andere aandeelhouder toch een beroep op zijn ‘right of first refusal’.
Oordeel van de rechtbank
Beroepsfout
Eisers in deze procedure vinden dat de advocaat hierbij een fout heeft gemaakt. De advocaat heeft eisers immers niet behoed voor het vragen van goedkeuring voor de overname, die achteraf bezien de ‘right of first refusal’ triggerde. De rechtbank is het daarmee eens.
Volgens de rechtbank is komen vast te staan dat de advocaat wist dat het vragen van goedkeuring voor de overname een ‘right of first refusal’ zou triggeren, terwijl het niet zeker was dat de aandeelhouder daar geen beroep op zou doen. De rechtbank oordeelt dat de advocaat het concern had moeten adviseren de toestemming van de aandeelhouder om de aandelen aan de investeringsmaatschappij te verkopen eerst op schrift te verkrijgen, voordat voornoemd verzoek werd uitgestuurd, althans het concern te adviseren over het risico dat de aandeelhouder toch een beroep op de ‘right of first refusal’ zou doen.
Het daarna volhouden dat de aanbiedingsplicht niet getriggerd was, maakt bovendien dat de advocaat onvoldoende heeft gewaarschuwd voor de risico’s van een daarover te voeren (arbitrale) procedure. Ook daarin ziet de rechtbank een beroepsfout van de advocaat.
De rechter meent echter dat het causaal verband tussen de fouten en de gevorderde schadeposten ontbreekt. Daarbij oordeelt de rechter dat het feit dat de aandeelhouder tijdens een arbitrale procedure gelijk heeft gekregen in zijn beroep op de ‘right of first refusal’ voor rekening van X komt. Bovendien blijkt volgens de rechtbank uit de feiten dat X haar belang in het Franse bedrijf ook zonder de beroepsfouten van de advocaat zou zijn kwijtgeraakt, terwijl zij niet heeft gesteld dat X in dat geval een betere prijs voor de aandelen zou hebben ontvangen.
Wel oordeelt de rechtbank dat de overeenkomst partieel – het deel dat zag op de onjuiste advisering en de werkzaamheden die daar het gevolg van zijn – wordt ontbonden, en dat de advocaat uit hoofde van een ongedaanmakingsverbintenis een bedrag van € 52.314,76 dient terug te betalen.
Bronnen | Rechtbank Amsterdam 8 februari 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:148.
Meer weten over verzekeringen voor advocaten?
Maak kennis met Erik
Onze doelgroep kenmerkt zich door een sterke regulering van onder andere de verzekeringen. Wij kennen deze richtlijnen goed en kunnen daardoor garanderen dat dekkingen voldoen aan de eisen die hiervoor gelden.
Erik Stoffels
VLC & Partners (BP) | Manager VLC Business Professionals | Specialist PI & Cyber
013 – 750 78 02 | estoffels@mutsaerts.nl | www.vlc-partners.nl/nl/business-professionals